Voorgesteld 4 december 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat participatie een centraal onderdeel is van inburgering en daarom een portfolio met daarin 30 bewijzen van situaties die iemand in de praktijk heeft meegemaakt deel uitmaakt van het inburgeringsexamen;
overwegende, dat inburgering niet stopt na het behalen van het inburgeringsexamen en dat het van belang is dat de inburgeraar na het behalen van het inburgeringsexamen blijft participeren zodat de opgedane kennis zoals de Nederlandse taal wordt toegepast in praktijksituaties;
verzoekt de regering om de twee jaar een onderzoek te doen naar de participatie van inburgeraars na het behalen van het inburgeringsexamen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ortega-Martijn
Dijsselbloem
Van der Staaij
Van Toorenburg