Ingediend | 23 december 2011 |
---|---|
Beantwoord | 20 februari 2012 (na 59 dagen) |
Indieners | Geert Wilders (PVV), Joram van Klaveren (PVV) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | cultuur en recreatie immigratie migratie en integratie recht religie staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z27498.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1611.html |
Ja.
Iedereen die zich in Nederland bevindt, inclusief derdelanders, dient zich te houden aan de wetten en regels van Nederland. Ieder besluit tot weigering van toegang tot Nederland zal aan de hand van de bekende feiten en omstandigheden worden beoordeeld. Dat was zo en dat blijft zo.
Volgens de mij beschikbare informatie is de heer Al Arifi waarschijnlijk in de As Soennah moskee in Den Haag geweest.
Het recht op godsdienstvrijheid is een grondrecht dat is vastgelegd in de Nederlandse Grondwet. Dat biedt voorgangers en gelovigen veel ruimte. Daarbij is een ieder gehouden aan de wet. Een imam of andere geestelijke die oproept tot geweld is als persoon strafbaar volgens het wetboek van Strafrecht. Het is aan het OM om strafbare uitingen te vervolgen en aan de rechter om daarover een oordeel te vellen.
Een moskee sluiten kan slechts in uitzonderlijke gevallen. Het oprichten en in stand houden van een moskee valt onder de godsdienstvrijheid. Moskeeën worden veelal in stand gehouden door stichtingen of verenigingen. Hun inrichtingsvrijheid is daarmee beperkt door het recht dat van toepassing is op stichtingen en verenigingen. Volgens artikel 2:20 van het Burgerlijk Wetboek kunnen rechtspersonen waarvan de werkzaamheden in strijd zijn met de openbare orde door de rechtbank worden ontbonden. Sluiting van moskeeën wegens strijd met de openbare orde is – gelet op de godsdienstvrijheid – slechts in uiterste gevallen aan de orde. De beslissing over het al dan niet verbieden van een rechtspersoon op grond van artikel 2:20 BW is aan de rechter.
Voorschriften die de veiligheid en gezondheid raken, of betrekking hebben op geluidsoverlast, zoals bouwvoorschriften en brandveiligheidseisen, gelden ook voor gebouwen met religieuze doeleinden en godsdienstige activiteiten. Eventuele beperkingen mogen echter niet zover gaan dat zij die activiteiten feitelijk onmogelijk maken. Voor ingrijpen van de overheid is in alle gevallen een nauwkeurig door de wet begrensde bevoegdheid vereist.
Naar aanleiding van de schriftelijke Vragen van de leden Van Klaveren en Wilders (beiden PVV) aan de minister van Immigratie, Integratie en Asiel met nummer 2011Z27498 (ingezonden 23 december 2011), deel ik u mee dat het niet mogelijk is om deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De beantwoording vraagt informatie en afstemming. Het is het niet gelukt dit proces tijdig af te ronden. Beantwoording zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden.