Voorgesteld 25 juni 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de inburgeringstoets in het buitenland veel te gemakkelijk is en dat van migranten verwacht mag worden dat zij voor hun komst naar Nederland de basis van de Nederlandse taal goed beheersen en een gedegen kennis hebben van de Nederlandse samenleving;
overwegende, dat de inburgeringstoets in het buitenland derhalve verzwaard moet worden, waardoor de dure, langdurige en slecht functionerende inburgeringcursussen in Nederland niet meer nodig zijn voor degenen op wie de Wet inburgering in het buitenland van toepassing is;
verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat de inburgeringstoets in het buitenland zodanig wordt verzwaard dat het niveau vereist wordt dat nu pas na het inburgeringstraject in Nederland wordt beoogd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Fritsma