Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 oktober 2008
Met de Vereniging Nederlandse Gemeenten heb ik bijgaand akkoord gesloten dat gemeenten tijdens deze kabinetsperiode 10 000 extra mensen zonder uitkering aan betaald werk helpen. Daarbij wordt vooral gedacht aan mensen die moeilijk uit zichzelf aan de slag komen, zoals allochtone vrouwen. Dit aantal komt bovenop de bestaande afspraak van het Bestuurlijk Akkoord van 4 juni 2007, dat gemeenten deze kabinetsperiode 25 000 mensen zonder uitkering en werk aan een baan of maatschappelijke participatie zouden helpen.
Het uiteindelijke doel is de verhoging van de arbeidsparticipatie in Nederland. De gemeenten willen zich daarvoor hardmaken. Het kabinet heeft in het Najaarsoverleg met sociale partners afgesproken dat zij een rol zullen spelen bij plaatsing van uitkeringsgerechtigden én van mensen zonder uitkering. Op de Werktop die het kabinet op 19 november houdt met sociale partners en gemeenten (VNG) wordt dit onderwerp geagendeerd. Deze Werktop vloeit voort uit afspraken die tijdens het najaarsoverleg met de sociale partners zijn gemaakt.
Om het akkoord mogelijk te maken is een technische wijziging van het wetsvoorstel Wet participatiebudget (Kamerstukken II 2007/08, 31 567, nr. 2) noodzakelijk. U ontvangt heden daartoe separaat een nota van wijziging (Kamerstuk 31 567, nr. 14).
OVEREENKOMST VERENIGING NEDERLANDSE GEMEENTEN VNG EN STAATSSECRETARIS ABOUTALEB VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
1. Meer niet uitkeringsgerechtigden aan het werk krijgen
De Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben vastgesteld dat ter verhoging van de arbeidsparticipatie in Nederland nog meer mensen zonder uitkering én zonder werk aan werk geholpen zouden moeten worden. De gemeenten willen zich daarvoor hardmaken. Dat vraagt om een lokale aanpak en op maat gesneden maatregelen. Partijen hebben samen bezien hoe de lokale aanpak, met inachtneming van de algemene uitgangspunten van de WWB en zo min mogelijk verhoging van administratieve lasten, een extra stimulans kan krijgen via aanvullende bestuurlijke afspraken.
Het is zaak te komen tot een aanmoedigend beleid voor deze groep en toetredingsdrempels weg te nemen. Partijen stellen daarbij vast dat vooral groepen mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, in het bijzonder allochtone vrouwen, extra aandacht van gemeenten nodig hebben. Voor de specifieke groep van allochtone vrouwen loopt daarnaast het landelijk traject 1001 Kracht, waarmee wordt beoogd in drie jaar tijd 50 000 allochtone vrouwen naar vrijwilligerswerk te bemiddelen. Een substantieel deel van deze groep is niet uitkeringsgerechtigde en wil graag toegang tot de arbeidsmarkt.
Het kabinet heeft in het Najaarsoverleg afgesproken met sociale partners dat zij een rol zullen spelen bij extra plaatsingen niet alleen van uitkeringsgerechtigden, maar ook mensen zonder uitkering. Naar verwachting zal deze afspraak tijdens een nog te houden bestuurlijke conferentie nader worden ingevuld. Daarom menen SZW en de VNG dat het mogelijk is om de ambities van gemeenten te verhogen ten opzichte van het bestuursakkoord van 2007. Gemeenten verhogen hun inzet met betrekking tot het aan het werk helpen en of maatschappelijk participeren van niet uitkeringsgerechtigden tot en met 2011 met 10 000 naar in totaal 35 000. Gemeenten krijgen een extra financiële stimulans als ze niet uitkeringsgerechtigden helpen richting betaald werk.
2. Financiële stimulansen voor aan het werk gaan van niet uitkeringsgerechtigden
Er wordt een tweeledige financiële stimulans geïntroduceerd per 1 november 2008, voor zowel gemeenten als niet uitkeringsgerechtigden zelf. Dit moet bevorderen dat niet uitkeringsgerechtigden van boven de 27 jaar met een grote afstand tot de arbeidsmarkt aan betaald werk gaan al dan niet met gemeentelijke ondersteuning. Daarbij denken partijen aan mensen die langer dan 6 maanden geen inkomsten uit werk of uitkering hebben, en gedurende dat half jaar niet ingeschreven stonden bij het CWI noch een diploma haalden op het niveau van de startkwalificatie of hoger. Mensen onder de 27 jaar vallen vanaf juli 2009 al onder de Wet investeren in jongeren.
Als een gemeente een persoon uit de bedoelde groep aan betaald werk helpt, mag de gemeente het jaar daarop éénmalig € 12 000 van het eigen Werkdeel van de bijstand regelluw besteden aan participatie bevorderende activiteiten. Dan wordt besteding van dit geld aan bijvoorbeeld re-integratietrajecten onder de 18 jaar of inzet op uitvoeringskosten mogelijk. De oormerking op dit deel van het budget vervalt, mits de persoon duurzaam aan het werk is; dat wil zeggen minimaal een half jaar. In het eerste jaar, 2009 wordt voor gemeenten voorfinanciering van 6 000 euro per geval voor macro maximaal 5000 gevallen geregeld (uit het Werkdeel) bij intekenen op ambities door gemeenten. Halverwege het jaar wordt geëvalueerd of dit aantal toereikend is, dit kan tot gevolg hebben dat de toegezegde voorfinanciering wordt verhoogd. In de bijlage staat een nadere technische uitwerking van de financiering.
Stimuleringspremie/werkaanvaarding premie voor de niet uitkeringsgerechtigde
Partijen bevelen aan dat gemeenten voorzien in een werk aanvaarding premie (bonus), als iemand met een grote afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk gaat. Rekening houdend met het lokale beleid terzake en de systematiek van de WWB kan deze maximaal € 2 200 bedragen.
ijlage technische uitwerking financiering
1. In een nader te bepalen periode (die valt in de periode eind 2008 t/m begin 2009) kunnen gemeenten intekenen op de ambitie die zij hebben voor het aantal mensen dat zij voor genoemde groep aan het werk willen helpen in de periode t/m 2011.
2. De bonus is beschikbaar op basis van daadwerkelijk gerealiseerde prestaties.
3. De bonus, in de vorm van het regelluw besteedbaar maken van € 12 000 W-deel1 aan participatie bevorderende activiteiten, wordt achteraf verstrekt nadat de persoon minimaal een half jaar aan het werk is.
4. De bonus wordt verstrekt over prestaties die worden gehaald in de periode 2009–2011. De bonus wordt achteraf verstrekt (nader uit te werken)
5. Verantwoording over bestedingen van dit regelluw besteedbaar gemaakte bedrag verloopt via de reguliere procedure van SISA en dus de jaarrekening.
6. Verantwoording over het aantal gerealiseerde prestaties verloopt via de reguliere procedure van SISA en dus de jaarrekening. De punten 4 en 5 vereisen nog nadere uitwerking.
7. Omdat de bonus na prestatie komt kan in het eerste jaar een knelpunt bestaan waar het gaat om de van kosten die vooraf gemaakt moeten worden. Hiervoor komt voorfinanciering beschikbaar.
8. De voorfinanciering wordt in 2009 verstrekt in de vorm van het regelluw besteedbaar maken van W-deel aan participatiebevorderende activiteiten.
9. Gemeenten geven bij intekening op de ambitie aan voor hoeveel gevallen zij voorfinanciering willen. Macro is voorfinanciering voor maximaal 5 000 gevallen beschikbaar. Halverwege het jaar wordt geëvalueerd of dit aantal toereikend is, dit kan tot gevolg hebben dat de toegezegde voorfinanciering wordt verhoogd.
10. De hoogte van de voorfinanciering bedraagt € 6 000 per geval. De bonus achteraf is dan € 6 000.
11. Op basis van geleverde prestaties 2009 wordt de voorfinanciering afgerekend. Indien het bedrag dat in 2009 regelluw besteed is meer bedraagt dan het aangevraagde bedrag of meer bedraagt dan € 6 000 maal het aantal in 2009 geleverde prestaties, wordt het merendeel teruggevorderd.
12. Verantwoording verloopt ook bij voorfinanciering via de de reguliere procedure van SISA en dus de jaarrekening.
13. Wijziging van wet- en regelgeving is nodig. Deze zullen in de loop van 2009 worden afgerond.
Waar W-deel staat moet bij inwerkingtreding van het participatiebudget worden gelezen, het bedrag in het participatiebudget dat een gemeente ontvangt op basis van de verdeelsleutel van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.