Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 2 november 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat digitaal erfgoed aantrekkelijk materiaal is voor de ontwikkeling van services op het gebied van onderwijs, toerisme en media;
constaterende, dat heel veel erfgoed uniek is;
constaterende, dat indien erfgoedinstellingen niet in staat worden gesteld te innoveren, belangrijke cultuurcollecties niet of zeer gebrekkig in digitale vorm beschikbaar zullen zijn;
constaterende, dat het reduceren van het investeringsbudget voor een nationale digitale kennisinfrastructuur het transformatieproces van erfgoedinstellingen naar e-culturele instellingen zal vertragen;
overwegende, dat Nederland zijn koppositie op het gebied van digitale duurzaamheid zal verliezen, indien we er niet in slagen voorbij de onderzoeksfase te komen;
overwegende, dat de Raad voor Cultuur het transformatieproces naar e-culturele instellingen als de belangrijkste ontwikkeling in de sector voor de komende jaren ziet, onder andere om cultureel burgerschap te ondersteunen;
overwegende, dat bezuinigingen in strijd lijken met het algemene beleidsvoornemen om juist nu te investeren om de groei van de kenniseconomie te versterken;
verzoekt de regering voorgenomen bezuinigen op het budget voor innovatie en de digitale kennisinfrastructuur achterwege te laten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Leeuwen