Ingediend | 21 november 2024 |
---|---|
Beantwoord | 6 januari 2025 (na 46 dagen) |
Indieners | Bart van Kent , Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Eddy van Hijum (CDA), Marjolein Faber (PVV) |
Onderwerpen | arbeidsomstandigheden immigratie migratie en integratie werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z19009.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-964.html |
Ja
Iedereen die in Nederland woont en werkt moet goed behandeld worden. Situaties zoals omschreven in het artikel zijn onacceptabel en iedere misstand in Nederland is er één teveel. Het is belangrijk dat goed naar deze situatie wordt gekeken. Uit het nadere onderzoek zal moeten blijken of en zo ja welke wet- en regelgeving hier overtreden is.
Op iedere locatie van het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (hierna: COA) is personeel nodig voor de opvang en begeleiding van asielzoekers. Tegelijkertijd worden de bewoners van het COA gestimuleerd om een bijdrage te leveren aan de locatie waar zij verblijven. Zo dragen asielzoekers op reguliere locaties bij aan zaken als onderhoud, schoonmaak en andere ondersteunende activiteiten.
Echter, vanwege het aanhoudende tekort van reguliere opvanglocaties zijn tijdelijke noodopvanglocaties noodzakelijk, waaronder opvang op schepen. Deze locaties moeten snel, soms binnen enkele dagen, operationeel zijn. Bovendien is op dit soort locaties vaak specialistisch personeel noodzakelijk; bijvoorbeeld mensen die kennis hebben van werken op een groot schip. Ook is het zo dat schepen noodgedwongen worden gehuurd met hospitality dienstverlening.
Daarnaast speelt dat noodopvanglocaties vaak korter worden gebruikt dan reguliere locaties, en bewoners minder zelfstandig zijn. Op deze locaties is vaak geen kook gelegenheid. In plaats daarvan wordt gebruik gemaakt van een cateraar. Om deze redenen is het lastiger werk te laten doen door de asielzoekers zelf.
Het is mijn ambitie om deze dure en suboptimale vorm van opvang zo snel mogelijk tot een minimum te beperken.
Zie antwoord vraag 3.
De omstandigheden zoals genoemd in het artikel zijn onacceptabel. Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 2 is elke mogelijke misstand in Nederland er één teveel. Daarom is het belangrijk dat hier onderzoek naar wordt gedaan.
Signalen over mogelijke misstanden bij de noodopvanglocaties waren voor het verschijnen van dit artikel niet bekend bij de Ministeries van AenM en SZW.
Zoals aangegeven in de brief aan uw Kamer van 14 november 20242 zet het kabinet in op gerichter arbeidsmigratiebeleid. Hierbij is van belang dat mensen goed worden behandeld en zij geen verdienmodel zijn. Een stevige aanpak van de misstanden rond arbeidsmigratie is hard nodig. In eerste instantie voor deze mensen zelf. Maar ook voor de samenleving en de bedrijven die het goed doen. Een betere positie van arbeidsmigranten zorgt ook voor een gelijker speelveld op de markt voor bedrijven die hun werknemers wel waarderen. Daarmee krijgen we ook de broodnodige grip op arbeidsmigratie.
Zoals hiervoor vermeld is het mijn ambitie om de dure vormen van opvang waar de berichtgeving op ziet zo snel mogelijk tot een minimum te beperken. Tegelijkertijd loopt het COA zowel relevante interne procedures alsmede bestaande contracten en afspraken waarin deze partij een aandeel had, zorgvuldig na en scherpt deze waar nodig en mogelijk aan.
Het COA blijft zich onverminderd in zetten om asielzoekers tijdens verblijf in opvanglocaties te activeren om werkzaamheden te verrichten binnen en buiten de opvanglocatie. Dit gebeurt op verschillende manieren, bijvoorbeeld door het opzetten van een aantal meedoenbalies en het terugdringen van de wachtlijst bij de BRP straten waardoor asielzoekers sneller een BSN nummer krijgen, wat noodzakelijk is om arbeid te verrichten.
Het heeft altijd de voorkeur om zoveel mogelijk zelfstandigheid en verantwoordelijkheid te stimuleren op een opvanglocatie. Tegelijkertijd is er, zoals hiervoor aangegeven, altijd personeel nodig voor de begeleiding op een locatie – zeker als het een tijdelijke noodopvanglocatie betreft waar bewoners bijvoorbeeld niet zelf kunnen koken. De ambitie om bewoners van het COA zoveel mogelijk te stimuleren onderschrijf ik, maar daarbij moet wel oog zijn voor de mogelijkheden op een specifieke opvanglocatie.