Ingediend | 14 juni 2023 |
---|---|
Beantwoord | 13 juli 2023 (na 29 dagen) |
Indieners | Kati Piri (PvdA), Suzanne Kröger (GL) |
Beantwoord door | Kuipers , Eric van der Burg (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's immigratie migratie en integratie zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z10824.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3212.html |
Ja, ik ben bekend met het rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en Inspectie Justitie en Veiligheid (de «Inspecties») over het onderzoek naar het overlijden van 3 maanden oude baby bij het aanmeldcentrum in Ter Apel gepubliceerd.
De omstandigheden in Ter Apel waren gedurende de onderzoekperiode van de inspecties onwenselijk. Niet alleen voor (kwetsbare) bewoners, ook voor medewerkers van de keten. De inspecties constateerden tevens dat betrokken medewerkers er alles aan hebben gedaan om opvang en begeleiding te bieden in deze moeilijke omstandigheden. De sporthal, aannemende dat u hiernaar verwijst met «provisorisch ingerichte verblijfsruimten» is nooit ingezet als volwaardige opvangplaats en was het alternatief voor buiten op het veld moeten slapen.
Ik wil daarom nogmaals de noodzaak onderstrepen om met elkaar te komen tot voldoende aantal reguliere opvangplekken in Nederland.
Het uitgangspunt is dat een asielaanvraag door de vreemdeling in persoon of door diens wettelijk vertegenwoordiger wordt ingediend in Ter Apel. Dit is ook als zodanig neergelegd in het Vreemdelingenbesluit en de Vreemdelingencirculaire. Dit geldt voor alle asielaanvragen, dus ook voor vreemdelingen die reeds in het bezit zijn van een – in dit geval – afgeleide asielvergunning en die graag een zelfstandige asielvergunning willen hebben. Het moment van indiening van deze asielaanvraag kan de vreemdeling in dat laatste geval wel zelf kiezen. Een vreemdeling met een afgeleide vergunning heeft immers reeds verblijfsrecht in Nederland. Er is overigens ook altijd overleg mogelijk met de IND in bijzondere gevallen om maatwerk te bieden indien nodig.
In het commissiedebat vreemdelingen- en asielbeleid van 28 juni jl. heb ik toegezegd dat ik nog schriftelijk terugkom op de vraag van het lid Podt over het verplicht melden in Ter Apel door kinderen onder de 15 jaar. Dit ga ik betrekken bij de inhoudelijke beleidsreactie op het rapport van de inspecties. Uw Kamer zal deze in het najaar ontvangen.
Momenteel moet een vreemdeling zich in persoon melden. Zoals toegezegd ga ik deze werkwijze voor kinderen nader bestuderen. Het in persoon aanmelden heeft onder andere als doel om de identiteit vast te stellen. Dit gebeurt aan de hand van biometrie, die enkel in persoon kan worden afgenomen. Daarnaast dienen er handelingen te worden verricht, zoals het registreren in systemen – aan de hand van de biometrie – die noodzakelijk zijn voor het in behandeling nemen van een asielaanvraag. Dat is ook de reden dat een enkele digitale melding – ook indien het een vreemdeling betreft die al verblijfsrecht heeft – onvoldoende is. Ook bij kinderen die asiel aan willen vragen is het van belang de identiteit vast te stellen. Om die reden is het belangrijk dat zij meekomen bij het indienen van een asielaanvraag.
In de regel neemt de betreffende procedure niet onnodig veel tijd in beslag. Afgelopen zomer was echter tijdelijk sprake van een unieke en uitzonderlijke situatie in Ter Apel. Vreemdelingen die op dat moment asiel aan wilden vragen, hebben onder moeilijke omstandigheden soms meerdere dagen moeten wachten voordat zij daadwerkelijk konden worden geregistreerd en een aanvraag konden indienen. Dat is helaas ook deze moeder overkomen. Dit is een uitermate onwenselijke situatie geweest en ik betreur dit ten zeerste.
Het belang van het in persoon verschijnen ten behoeve van de registratie van de persoonsgegevens, het afnemen van biometrische gegevens en het indienen van een asielaanvraag – ook in geval vreemdelingen al verblijfsrecht hebben – onderstreep ik. Voor kinderen ga ik deze werkwijze nader bestuderen (zie beantwoording vraag 3 en 4). De omstandigheden waaronder dit afgelopen zomer heeft plaatsgevonden, betreur ik echter wel.
Om de druk op Ter Apel te ontlasten is daarom sinds 28 juni jl. een voorportaallocatie geopend in Assen, alwaar asielzoekers kunnen verblijven totdat zij aan de beurt zijn voor de procedure en niet onnodig lang in Ter Apel hoeven te verblijven.
Laat ik vooropstellen dat herhaling van dit incident voorkomen moet worden. Op basis van de nu bekende informatie, aldus de inspecties, is geen relatie vast te stellen tussen de verblijfsomstandigheden in de sporthal en het overlijden van de baby. Ik deel de aanbeveling van de inspectie om de sporthal niet meer in te zetten voor kwetsbare bewoners. Daarvoor is nodig dat we in Nederland met elkaar voldoende aantal reguliere opvangplekken organiseren. Die oproep blijf ik continue dan ook doen.
Op korte termijn zet ik mij in om het mogelijk te maken dat het aantal bewoners op locatie Ter Apel binnen het gestelde maximum van 2.000 blijft, bijvoorbeeld zoals eerder genoemd via het organiseren van overloop- en voorportaallocaties. Ook heb ik de politie opdracht gegeven om de verwerkingscapaciteit voor de identificatie procedure verder op te schalen, zodat eenieder vlot door de procedure kan.
Op langere termijn werk ik aan trajecten zoals bespoediging afdoening asiel (BAA) van de IND, de spreidingswet en een heroriëntatie op het asielsysteem in Nederland. Dit nog los van de trajecten die internationaal spelen, zoals de recent gemaakte afspraken in Europa en de afspraken met Tunesië.
Helaas is het mij niet gelukt om binnen de gebruikelijke termijn uw vragen te beantwoorden, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Hierbij deel ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede dat de schriftelijke vragen van de leden Kröger (GroenLinks) en Piri (PvdA), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de dood van een drie maanden oude baby in het aanmeldcentrum Ter Apel (ingezonden 14 juni 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.