Kamervraag 2023Z01576

Woningweigering door statushouders

Ingediend 1 februari 2023
Beantwoord 24 april 2023 (na 82 dagen)
Indieners Geert Wilders (PVV), Alexander Kops (PVV)
Beantwoord door Eric van der Burg (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen huisvesting immigratie migratie en integratie organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z01576.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2398.html
  • Vraag 1
    Hoeveel woningweigeringen door statushouders hebben er in 2020, 2021 en 2022 plaatsgevonden, en wat waren hiervan de redenen?

    Op 29 oktober 2021 is in reactie op vragen van de leden Kops, Wilders en Markuszower (PVV) uw Kamer geïnformeerd over het beleid ten aanzien woningweigering door statushouders.1 Wij hechten eraan om deze lijn te bevestigen. Betrokken partijen zijn zich zeer bewust van de schaarste aan woningen in Nederland. Een onterechte woningweigering staat haaks op de geboden bescherming en gastvrijheid en ondermijnt het draagvlak voor de opvang van asielzoekers en huisvesting van statushouders. De ruimte om een woning te weigeren is dan ook minimaal en vrijwel enkel gerelateerd aan medische omstandigheden. Bovendien is het ook in het belang van de statushouders dat zij zo snel mogelijk kunnen doorstromen naar een woning, zeker indien er sprake is van een gezin met minderjarige kinderen.
    In 2020, 2021 en 2022 hebben respectievelijk circa 140, 270 en 300 initiële woningweigeringen plaatsgevonden, op circa 12.010, 22.380 en 29.050 gehuisveste statushouders. Zoals in de reactie van 29 oktober 2021 is aangegeven worden de redenen voor woningweigering niet gestructureerd geregistreerd. Zij variëren en zijn voornamelijk terug te voeren op dat een woning te klein of te duur wordt gevonden, op de locatie (te ver van studie, werk, voorzieningen en/of familie) of niet toegerust is op specifieke woonbehoeften (zoals voor rolstoelgebruikers of na een scheiding). Bij het weigeren van een woning start het COA een zogeheten woningweigeringsprocedure waarbij met betrokkenen in gesprek wordt gegaan om de reden van de weigering te achterhalen en te beoordelen of deze gegrond is. In het merendeel van de gevallen is de reden voor weigering ongegrond en aanvaardt de betrokkene alsnog de woning. Indien betrokkenen volharden in de woningweigering wordt direct de verstrekking van onder andere eet- en leefgeld beëindigd en wordt de aanzegging gedaan om de opvang te verlaten. Indien aangewezen wordt een ontruimingsprocedure en waar nodig een gerechtelijke procedure opgestart. Afgezet tegen het totaalaantal gehuisveste vergunninghouders volhardt uiteindelijk een minimaal aantal vergunninghouders in de woningweigering en wordt bij een nog kleiner aantal overgegaan tot ontruiming.
    Gehuisveste vergunninghouders
    12.010
    22.380
    29.050
    Initiële woningweigering
    140
    270
    300
    Volhardend in woningweigering
    30
    30
    30
    Aantal opgestarte ontruimingsprocedures
    10
    20
    20
    Ontruimingstitels
    < 5, voor 10 personen
    10, voor 20 personen1
    10, voor 10 personen
    Bron: COA (afgerond op tientallen)
    In het jaar 2021 waren 5 ontruimingstitels van toepassing op circa 20 personen. Vanwege de betrokkenheid van minderjarigen is voor drie gezinnen alsnog bemiddeld naar huisvesting of hebben betrokkenen zelfstandig huisvesting gevonden.

  • Vraag 2
    Hoeveel van de onterecht bevonden woningweigeringen hebben tot ontruiming (uit het asielzoekerscentrum) geleid, en waar zijn deze statushouders vervolgens heengegaan?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Hoeveel woningweigeringen hebben geleid tot een gerechtelijke procedure, en wat waren hiervan de uitkomsten?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Klopt het dat het COA verantwoordelijk is voor de afhandeling van woningweigering als de betreffende statushouder zich op dat moment in een asielzoekerscentrum bevindt?

    Ja, dat klopt.

  • Vraag 5
    Wie is er verantwoordelijk voor de afhandeling van woningweigering als de betreffende statushouder het asielzoekerscentrum al heeft verlaten en onder de gemeentelijke Hotel- en accommodatieregeling wordt opgevangen?

    Bij het gebruik van de Hotel- en accommodatieregeling wordt de opvang door het COA beëindigd. Het COA keert dan nog enkel verstrekkingen zoals eet- en leefgeld uit voor een maximale periode van zes maanden. Het verblijf in het tijdelijk onderdak (zoals een hotel of (woon)boot) vindt plaats onder gemeentelijke verantwoordelijkheid tot de verantwoordelijke gemeente huisvesting aanbiedt. Indien de onwenselijke situatie zich voordoet dat een statushouder de aangeboden woning weigert, beëindigt de gemeente het tijdelijk onderdak.

  • Vraag 6
    Hoeveel statushouders hebben tot dusverre een woning geweigerd terwijl zij onder de Hotel- en accommodatieregeling werden opgevangen? Welke instantie (gemeente/COA) heeft dit vervolgens afgehandeld, en hoe?

    Omdat statushouders zijn uitgestroomd bij het COA, wordt niet centraal bijgehouden hoeveel statushouders onder de Hotel- en accommodatieregeling een woning weigeren. Desalniettemin is mij bekend dat deze onwenselijke situatie zich af en toe voordoet. Zoals in het antwoord op vraag 5 is aangegeven is de gemeente primair verantwoordelijk. Het COA biedt waar mogelijk wel kennis en expertise. Daarnaast werkt het Ministerie van Justitie en Veiligheid aan een handreiking voor gemeenten die te maken krijgen met woningweigering gedurende het verblijf onder de Hotel- en accommodatieregeling. De handreiking volgt de lijn die ook het COA hanteert bij woningweigering. De gemeente weegt uiteindelijk verschillende belangen en besluit op grond daarvan hoe verder te gaan. Indien de statushouder niet vrijwillig meewerkt aan het verlaten van de onderdakvoorziening, kan een ontruimingsbevel worden gevraagd bij de civiele rechter. Mogelijk doet zich hierbij een situatie voor van (lokaal) huisvredebreuk met eventuele strafrechtelijke gevolgen voor betrokkene.

  • Vraag 7
    Wat gebeurt er als een statushouder een woning weigert op het moment dat de maximale duur van zes maanden opvang onder de Hotel- en accommodatieregeling ten einde loopt of is gelopen?

    Deze situatie verschilt in wezen niet van de situatie waarbij een statushouder gedurende het tijdelijk verblijf onder de Hotel- en accommodatieregeling een aangeboden woning weigert. In beide gevallen heeft de gemeente voldaan aan haar wettelijke taak om huisvesting aan te bieden. Omdat er (alternatieve) huisvesting is aangeboden, kan het tijdelijk onderdak worden beëindigd. Het is in dat geval aan de betrokkene zelf om huisvesting te organiseren. Het is echter aan de gemeente om, de situatie en alle belangen overziend, een keuze te maken in het te volgen proces.

  • Vraag 8
    Wat kost het hele proces woningweigering en wie draagt deze kosten?

    Hier is geen centraal inzicht in. Deze vraag laat zich dan ook niet in algemene zin beantwoorden, maar hangt af van het verloop van de woningweigeringsprocedure, en van de in dat verband gemaakte kosten voor ambtelijke inzet, alsmede de eventuele extra kosten voor de inhuur van een advocaat.

  • Vraag 9
    Bent u ervan op de hoogte dat Nederlandse woningzoekenden niets te weigeren hebben, maar jarenlang op de wachtlijst moeten staan om überhaupt voor een woning in aanmerking te kunnen komen? Waar kunnen zij klagen over deze schandalige onrechtvaardigheid?

    Nederlandse woningzoekenden (bijvoorbeeld met een urgentieverklaring) kunnen een aangeboden woning weigeren of niet reageren op een woning. Dit kan tot gevolg hebben dat zij langer moeten wachten op een woning en mogelijk dat ook de urgentieverklaring wordt ingetrokken. Dat neemt niet weg dat het voor veel woningzoekenden lastig is om een woning te vinden die aansluit bij hun wensen en financiële mogelijkheden. Daarom is een van de belangrijkste speerpunten van het kabinet dat er meer gebouwd wordt en huizen betaalbaarder worden. Met het programma «Woningbouw» zet de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in op het bouwen van 900.000 woningen tot 2030. Het streven is dat ten minste twee derde van de nieuwbouwwoningen betaalbare huur- en koopwoningen zijn en er door woningcorporaties 250.000 sociale huurwoningen worden gebouwd. Dit vraagt om meer regie van het Rijk; via woondeals en prestatieafspraken nemen alle gemeenten, provincies, corporaties en het Rijk hun deel van de taak en verantwoordelijkheid voor voldoende betaalbare woningen. Het proces en tijd voor het realiseren van een woning wordt ingekort en gemeenten worden financieel gesteund bij woningbouw. Met het programma «Een Thuis voor Iedereen» zorgt hij er daarnaast voor dat mensen die zich in een kwetsbare positie bevinden en minder kans op een woning hebben of extra zorg nodig hebben daadwerkelijk in aanmerking komen voor passende woonruimte. We doen er alles aan om ervoor te zorgen dat er voor iedereen een passende, duurzame en betaalbare woning is in veilige en leefbare wijken.

  • Vraag 10
    Deelt u de conclusie dat ondankbare, klagende statushouders beter kunnen gaan klagen in hun eigen land?

    Nee. Wij weten dat ook voor de PVV de vrijheid van meningsuiting een uiterst belangrijk grondrecht is. Menig vergunninghouder is gevlucht uit een land waar dit recht allerminst gegarandeerd is.

  • Mededeling - 27 februari 2023

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van PVV leden Kops en Wilders, van uw Kamer aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de Kamervragen over Woningweigering (kenmerk: 2023Z01576, ingezonden op 1 februari), niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Hierdoor is meer tijd nodig voor interdepartementale afstemming. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden, de verwachting is dat het in de aanvullende 3 weken klaar is.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z01576
Volledige titel: Woningweigering door statushouders
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-2398
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Kops en Wilders over woningweigering door statushouders