Ingediend | 12 augustus 2021 |
---|---|
Beantwoord | 16 december 2021 (na 126 dagen) |
Indiener | Hilde Palland (CDA) |
Beantwoord door | Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid, viceminister-president ) (D66) |
Onderwerpen | arbeidsvoorwaarden luchtvaart verkeer werk werkgelegenheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z14230.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-1137.html |
Ja.
Het is voor mij niet mogelijk om alle gevraagde informatie te verstrekken, omdat ik daarover niet beschik. Het volgende antwoord is gebaseerd op de informatie die KLM wel openbaar heeft gemaakt.
KLM heeft aangegeven in 2020 afscheid te hebben genomen van 3.450 medewerkers die via een uitzendorganisatie of met een contract voor bepaalde duur bij KLM werkzaam waren. Daarnaast hebben ruim 2.600 medewerkers met een vast dienstverband gebruik gemaakt van de door KLM aangeboden vrijwillige vertrekregelingen. Waar de vrijwillige vertrekregelingen en het Sociaal plan van toepassing zijn en voorzien in vergoedingen of begeleiding, is dat aan de medewerkers aangeboden. Door natuurlijk verloop is in 2020 het aantal arbeidsplaatsen met 500 medewerkers teruggebracht.
Zie antwoord vraag 2.
Aangehecht treft u de aanvraag van KLM2 aan waarbij de gedeeltes die bedrijfsvertrouwelijke gegevens bevatten onzichtbaar zijn. Daarnaast heeft de Europese Commissie ook een uittreksel van de aanvraag gepubliceerd. Daarin treft u informatie aan over de aanleiding, de beoogde aantallen getroffen medewerkers en de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd
KLM heeft het initiatief genomen om een EGF aanvraag in te dienen. KLM heeft in mei 2020 contact opgenomen met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Dit contact vond plaats nadat de eerste contouren van het reorganisatieplan van KLM bekend waren en KLM aangekondigd had dat in totaal 4.500 tot 5000 fte aan banen zou verdwijnen.
KLM is de sociale plannen in het kader van de reorganisatie met zijn sociale partners overeengekomen. KLM geeft aan de vakbondsvertegenwoordigers in december 2020 voorafgaand aan indiening van de EGF aanvraag over deze aanvraag te hebben geïnformeerd. In de EGF-aanvraag zelf staat niks over het raadplegen van de vakbonden over deze aanvraag.
KLM heeft haar aanvraag ingediend onder de oude EGF Verordening (1309/2013). Ten tijde van het voorbereiden en indienen van de aanvraag was nog niet duidelijk hoe de nieuwe Verordening eruit zou komen te zien.
De oude verordening (1309/2013) had als voorwaarde dat de aanvraag betrekking heeft organisaties die te maken hebben met een massaontslag, dat wil zeggen 500 man ontslagen personen. Deze ontslagen moeten samenhangen met grote veranderingen in de wereldhandelspatronen als gevolg van een wereldwijde economische crisis. Ook de COVID-19 pandemie geldt als een dergelijke crisis.
Onder de huidige verordening (2021/691) is sprake van massaontslag bij 200 personen. Ook de reikwijdte van de verordening is uitgebreid, de ontslagen dienen het gevolg te zijn van grote herstructureringen, die veroorzaakt worden door uitdagingen die te maken hebben met globalisering.
Een verdere voorwaarde in beide Verordeningen is dat de ontslagen binnen een referentieperiode vallen. Bij één onderneming dienen de ontslagen binnen een periode van vier maanden plaats te vinden. Bij een aanvraag vanuit een sector dienen de ontslagen binnen een periode van negen maanden te hebben plaatsgevonden in één of twee aan elkaar grenzende provincies.
Een EGF-aanvraag wordt ingediend door de lidstaat en niet het bedrijf of de sector. Nederland verleent als lidstaat geen cofinanciering van maatregelen.
Het is juist dat de aanvraag van KLM om ondersteuning vanuit het EGF voor het van werk naar werk begeleiden enkel zag op medewerkers met een vast contract en dus niet op personeel met een tijdelijk contract bij KLM of personeel met een flexibel contract bij een uitzendbureau.
Voor medewerkers met een flexibel contract bij een uitzendbureau is sprake van een verschil in voorwaarden tussen de oude en de huidige Verordening. In de oude Verordening 1309/2013 vielen medewerkers met een flexibel contract bij een uitzendbureau niet onder het begunstigdenbegrip van de Verordening. Op basis van de huidige Verordening 2021/691 vallen ook medewerkers met een flexibel contract bij een uitzendbureau onder het begunstigdenbegrip op basis van art. 3, lid 1 en art. 5, onder d.
Zowel onder de oude als nieuwe Verordening valt personeel met een tijdelijk contract onder de reikwijdte van de EGF-regeling. Niettemin heeft KLM voor dit personeel waarvan het contract afliep geen EGF aangevraagd. Ook dit heeft te maken met de voorwaarden van het EGF. De bijdrage van het EGF is bedoeld voor bovenwettelijke activiteiten die getroffen medewerkers helpen bij het vinden van een nieuwe baan. Om in aanmerking te komen voor steun vanuit het EGF moet een bedrijf namelijk een gecoördineerd pakket aan dienstverlening bieden dat, in de Nederlandse situatie, door het bedrijf zelf gecofinancierd moet worden. Wanneer een werkgever geen gecoördineerd pakket aan dienstverlening aanbiedt, dan kan ook geen aanspraak gemaakt worden op steun vanuit het EGF. Het ontvangen van een transitievergoeding na afloop van een contract (ten behoeve van omscholing of de mogelijkheid om een eigen bedrijf te kunnen beginnen) is onvoldoende om te kunnen spreken van een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening.
Zie antwoord vraag 6.
De heer Benschop heeft in zijn brief van 4 juni 2021 in antwoord op de door mevrouw Jongerius verzonden brief geschreven dat het Sectorfonds Luchtvaart van oordeel is dat het EGF verouderd, administratief bewerkelijk en complex is. Het Sectorfonds Luchtvaart heeft geadviseerd dat er alternatieve regelingen (ESF, NLLD) zijn die toegankelijker zijn en hetzelfde of een beter effect hebben.
Schiphol heeft zich laten adviseren door het Sectorfonds Luchtvaart, hier was het Ministerie van SZW niet bij betrokken.
Verder heeft Minister Koolmees kennisgenomen van de brief van de heer Benschop, maar was hij hier niet bij betrokken. Tijdens het Commissiedebat Formele Raad op 9 juni 2021 heeft Minister Koolmees toegezegd om contact op te nemen met de heer Benschop en het regionale mobiliteitsteam van de gemeente Haarlemmermeer.
Vanuit het Ministerie van SZW wordt ondersteuning geboden bij aanvragen voor een bijdrage uit het EGF van werkgevers of sectoren. Het initiatief om gebruik te maken van het EGF ligt bij de werkgever of sector. Op basis van een database3 van de Europese Commissie is te zien dat Nederland in de periode 2006–2020 na Spanje het meeste aantal EGF aanvragen ingediend heeft. In totaal is ongeveer € 35,2 miljoen aan steun vanuit het EGF ontvangen, waarmee Nederland op de 10e plaats staat.
Indien wordt voldaan aan de voorwaarden (200 ontslagen binnen een referentieperiode van 4 maanden bij één bedrijf of binnen negen maanden binnen een bepaalde sector in één of twee aangrenzende provincies), dan kan ook een aanvraag ingediend worden voor werknemers met een flexibel contract. Het is niet mogelijk om voor werknemers met een flexibel contract die aan het begin van de COVID-19-crisis (maart tot en met mei 2020) waren ontslagen nu nog een aanvraag in te dienen.
De verantwoordelijkheid voor het van werk naar werk traject ligt bij werkgever en werknemer. De overheid biedt ondersteuning, bijvoorbeeld – samen met andere partijen – via de regionale mobiliteitsteams.
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Palland (CDA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over EGF-ondersteuning aan KLM niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is omdat er meer tijd nodig is voor de benodigde afstemming.