Ingediend | 14 oktober 2020 |
---|---|
Beantwoord | 29 oktober 2020 (na 15 dagen) |
Indiener | Helma Lodders (VVD) |
Beantwoord door | Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | landbouw natuur en milieu planten stoffen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z18790.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-562.html |
Ja.
Ja, ik ben op de hoogte van de inbreng van de leden van de VVD-fractie op het onderwerp gewasbescherming.
Een agrarische ondernemer dient de principes van geïntegreerde gewasbescherming toe te passen. Dit betekent dat hij/zij de afweging maakt welke preventieve (bijvoorbeeld resistente rassen), niet-chemische (bijvoorbeeld mechanische onkruidbestrijding) en chemische maatregelen (bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen) er ingezet dienen te worden om ziekten, plagen en onkruiden in een bepaald gewas te voorkomen, te beheersen en te bestrijden.
Op het moment dat een agrarische ondernemer besluit om een gewasbeschermingsmiddel toe te passen, dan dient hij/zij zich te houden aan de voorschriften in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (hierna: WG). Hierop staan de dosering per toepassing en het maximum aantal toepassingen dat door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (hierna: Ctgb) is beoordeeld.
Het is volgens het Ctgb wel mogelijk om een lagere dosering toe te passen, dan de dosering in het WG. Het is echter niet toegestaan om het maximum aantal toepassingen te overschrijden of af te wijken van andere voorwaarden gesteld in het WG.
Uw Kamer is in 2012 geïnformeerd over het traject van het verbeteren van de naleefbaarheid en handhaafbaarheid van het gewasbeschermingsmiddelengebruik. Destijds is gesignaleerd dat het niet altijd mogelijk is om in de nieuwe situatie een laag doseringssysteem toe te passen bij de groep van de herbiciden, maar dat dit ondervangen kan worden door het indienen van uitbreidingsaanvraag door een toelatinghouder. De kosten voor een dergelijke aanvraag zijn beperkt.
De besluiten voor de nieuwe WG voor de groep van herbiciden zijn overigens per 1 januari 2013 van kracht (Kamerstuk 27 858, nr. 137).
Het Ctgb is gehouden het dossier te beoordelen dat is ingediend door de toelatinghouder. Als dit dossier geen informatie bevat over bijvoorbeeld een laag doseringssysteem, dan is het voor het Ctgb niet mogelijk om dit te beoordelen en dus op te nemen in het WG. Als dit dossier informatie bevat over bijvoorbeeld het toepassen van een gewasbeschermingsmiddel met een precisietechniek, dan zal het Ctgb dit beoordelen en – als dat mogelijk is – opnemen in het WG.
De huidige beoordelingsmethodieken zijn niet in alle gevallen geschikt om precisietechnieken te beoordelen. Het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030 bevat daarom onder meer de actie om het toetsingskader voor gewasbeschermingsmiddelen te optimaliseren, zoals voor het beoordelen van innovatieve technieken.
Het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030 richt zich op het realiseren van weerbare planten en teeltsystemen en het verbinden van land- en tuinbouw met natuur. Dit leidt tot het verminderen van de behoefte aan gewasbeschermingsmiddelen. Daar waar dan nog gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, gaat de voorkeur uit naar laag-risicomiddelen, is er nagenoeg geen emissie naar met milieu en is er nagenoeg geen residu op voedselproducten.
Het uitvoeringsprogramma bevat vele acties die moeten leiden tot het realiseren van de hierboven genoemde doelen. Hieronder zijn acties die zich richten op bijvoorbeeld innovatieve teeltconcepten en technische maatregelen en het toepassen daarvan in de praktijk via pilotprojecten. Daarnaast zal ik op basis van de uitkomst van het onderzoek naar mogelijke economische prikkels, dat ook is aangekondigd in het uitvoeringsprogramma, bezien welke financiële instrumenten ik het best kan inzetten om de hierboven genoemde doelen te realiseren.
Nee, dit is de verantwoordelijkheid van de toelatinghouder.
Een laag doseringssysteem kan worden toegepast in grote en kleine gewassen en is daarmee niet per definitie een kleine toepassing. Dit neemt niet weg dat er wellicht mogelijkheden zijn in het nieuwe fonds kleine toepassingen. Het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030 bevat de inzet om te komen tot zo’n nieuw fonds. Het lijkt me een goed idee om te onderzoeken of het financieren van het uitbreiden van het WG met laag doseringssystemen en innovatieve technieken binnen de reikwijdte van dit nieuwe fonds zou kunnen passen.
Het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030 bevat onder meer de actie om het toetsingskader voor gewasbeschermingsmiddelen te optimaliseren, zoals voor het beoordelen van innovatieve technieken.
Dit is de verantwoordelijkheid van de toelatinghouder. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 5 is het Ctgb gehouden het dossier te beoordelen dat is ingediend door de toelatinghouder. Als dit dossier geen informatie bevat over bijvoorbeeld een laag doseringssysteem, dan is het voor het Ctgb niet mogelijk om dit te beoordelen en dus op te nemen in het WG. Als dit dossier informatie bevat over bijvoorbeeld het toepassen van een gewasbeschermingsmiddel met een precisietechniek, dan zal het Ctgb dit beoordelen en – als dat mogelijk is – opnemen in het WG.
Ja, daarom staan er in het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030 verschillende acties die moeten leiden tot het toepassen van innovatieve technieken in de praktijk.
Het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030 richt zich op het realiseren van weerbare planten en teeltsystemen en het verbinden van land- en tuinbouw met natuur. Dit leidt tot het verminderen van de behoefte aan gewasbeschermingsmiddelen. Daar waar dan nog gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, gaat de voorkeur uit naar laag-risicomiddelen, is er nagenoeg geen emissie naar met milieu en is er nagenoeg geen residu op voedselproducten. Precisietechnieken kunnen een bijdrage leveren aan het terugdringen van emissie en residuen. Het uitvoeringsprogramma bevat verschillende acties om eventuele belemmeringen in kaart te brengen en daar waar mogelijk deze belemmeringen weg te nemen.