Ingediend | 29 maart 2018 |
---|---|
Beantwoord | 25 april 2018 (na 27 dagen) |
Indiener | Gidi Markuszower (PVV) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | cultuur cultuur en recreatie recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z05760.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1925.html |
Ja.
De samenstelling van het rechtspraakpersoneel is de verantwoordelijkheid van de rechtspraak zelf. Het is belangrijk dat de samenleving zich kan herkennen in de rechtspraak. Dat kan bijdragen aan het gezag, het draagvlak en het vertrouwen. Een divers samengestelde rechterlijke macht draagt dan ook bij aan het waarborgen van de legitimiteit van de rechtspraak. Meer diversiteit heeft geen invloed op de geldende kernwaarden: onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit.
Rechters dienen onpartijdig te zijn. Daar worden ze ook op geselecteerd en toe opgeleid. Bij de selectie staat kwaliteit altijd voorop. Kwaliteit en diversiteit hoeven elkaar niet te bijten. In de opleiding worden rechters getraind in de vaardigheid om hun persoonlijke politieke en andere opvattingen en hun sociaal-culturele achtergrond zorgvuldig te scheiden van hetgeen functioneel van hen wordt verwacht: onafhankelijke, onpartijdige en integere toepassing van het recht. Dit alles overigens niet door het ontkennen, maar door het onderkennen van die opvattingen en achtergrond. Een rechter hoeft niet een bepaalde cultuur te vertegenwoordigen om deze te kunnen begrijpen.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Nee, die suggestie heb ik in die opvatting niet kunnen herkennen.
Nee, die mening deel ik niet. De rechtspraak in Nederland past het alhier geldende recht toe.
Rechters en raadsheren zijn onafhankelijk en dus heeft een president van een gerecht geen gezag over hen voor wat betreft hun rechtsprekende taak. De wet bepaalt uitdrukkelijk dat het bestuur van een gerecht zich niet mag mengen in de behandeling van een individuele zaak.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Markuszower (PVV) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en veiligheid over het bericht «De rechtspraak moet een slag maken naar etnische diversiteit» (ingezonden 29 maart 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.