Ingediend | 11 augustus 2016 |
---|---|
Beantwoord | 16 september 2016 (na 36 dagen) |
Indiener | Eric Smaling |
Beantwoord door | Sharon Dijksma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA), Eric Wiebes (staatssecretaris financiën) (VVD) |
Onderwerpen | belasting financiën natuur en milieu stoffen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z15228.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3553.html |
Ja.
In onderstaande tabel 1 is voor een aantal voorbeeldhuishoudens/bedrijven indicatief weergegeven hoeveel energiebelasting (exclusief ODE) verschuldigd is in 2016. Daarbij is tevens weergegeven wat het gemiddelde tarief is dat deze huishoudens en bedrijven betalen per m3 en kWh.
verbruik
EB (€)
gem. tarief (€ cent)
gas (m3)
1.600
403
25,2
elektra (kWh)
3.500
352
10,1
totaal
755
gas (m3)
380.000
57.389
15,1
elektra (kWh)
170.000
4.603
2,7
totaal
61.992
gas (m3)
170.000
42.786
25,2
elektra (kWh)
700.000
11.657
1,7
totaal
54.443
gas (m3)
12.000.000
353.074
2,9
elektra (kWh)
20.000.000
140.740
0,7
totaal
493.814
Dit betreffen indicatieve cijfers.
Het CBS heeft een statistiek beschikbaar waarin de relatie gelegd wordt tussen de betaalde milieubelastingen en de hoogte van het inkomen. De meest recente cijfers die beschikbaar zijn dateren uit 2013. Hieronder zijn deze weergegeven:
Besteedbaar inkomen (in € 1.000)
14,1
24,7
35,3
60,3
Milieubelasting op energie
270
320
415
535
Bron: Statline: Indirecte belastingen en bestedingen; kenmerken particuliere huishoudens, http://statline.cbs.nl/Statweb/
Over de totale relatieve milieu en energiekosten (verbruik en belasting) in relatie tot het huishoudinkomen zijn geen recente data beschikbaar. Wel is in 2009 door het Nibud onderzoek verricht naar de verschillen in energielasten tussen huishoudens.2 In dit onderzoek wordt gesteld dat lagere inkomens in absolute termen gemiddeld lagere energiekosten hebben dan hogere inkomens, maar in relatieve termen hoger. Deze bevindingen komen derhalve overeen met de beschikbare gegevens van het CBS zoals in tabel 2 weergegeven.
De kosten voor energie – en ook de te betalen belasting daarover – hangen echter niet af van het inkomen, maar worden bepaald aan de hand van het verbruik. Het verbruik wordt met name bepaald door de omvang van de woning, de mate van isolatie van de woning en het aantal personen in het huishouden. In onderstaande tabel 3 zijn bij benadering de totale kosten voor het gebruik van aardgas en elektriciteit in 2016 weergegeven voor verschillende woningen en 2 respectievelijk 4 personen in het huishouden. In de kosten is rekening gehouden met gemiddelde leveringskosten, gemiddelde vaste kosten (vastrecht, transport- en netwerkkosten), energiebelasting aardgas en elektriciteit, ODE, belastingvermindering en btw.
aantal personen
2
4
2
4
gas (m3)
1.100
1.550
1.400
1.950
elektra (kWh)
3.000
4.200
gas (m3)
1.300
1.600
1.550
2.000
elektra (kWh)
3.150
4.300
gas (m3)
1.700
1.900
1.900
2.250
elektra (kWh)
3.450
4.550
gas (m3)
2.300
2.400
2.400
2.700
elektra (kWh)
4.150
5.200
Bron: gemiddeld verbruik overgenomen van energieleveranciers.nl, berekening energierekening op basis van CBS-cijfers (conform vraag 5).
De energiebelasting haakt – net als de andere indirecte belastingen – bewust aan bij verschil in verbruik en juist niet bij inkomensverschillen. Ieder jaar wordt in augustus naar het integrale koopkrachtbeeld van verschillende (inkomens)groepen in Nederland gekeken. In dit koopkrachtbeeld is ook de gemiddelde ontwikkeling van de energielasten (inclusief belastingen) meegenomen (via de inflatie). Op basis van dit integrale koopkrachtbeeld wordt gekeken of het nodig is om bij te sturen.
Het artikel waar naar verwezen wordt maakt gebruik van een publicatie van het CBS.4 Het CBS houdt daarbij rekening met de verschillende onderdelen van de energierekening (leveringskosten, vaste kosten, energiebelasting aardgas en elektriciteit, ODE, btw en belastingvermindering). Een huishouden met een gemiddeld verbruik gaat naar verwachting daadwerkelijk profiteren van een lagere energierekening. De energiebelasting op aardgas is weliswaar omhoog gegaan, maar de leveringkosten voor aardgas zijn ongeveer evenveel omlaag gegaan, waarmee de totale kosten voor aardgas in 2016 nagenoeg gelijk gebleven zijn. De energiebelasting op elektriciteit is omlaag gegaan en de leveringskosten van elektriciteit zijn gemiddeld ook licht gedaald. In totaal neemt de energierekening van een huishouden met gemiddeld verbruik af met circa € 100.
De verhoging van de belasting op gasverbruik ten gunste van (relatief) lagere lasten op elektriciteit is ingegeven door de wens om de mate van milieubelasting beter in de prijs tot uitdrukking te laten komen. Het kabinet zet in op het verduurzamen van de woningvoorraad, zodat CO2 emissies door particuliere eindgebruikers worden teruggedrongen. Deze verduurzaming kan leiden tot woningen die geheel elektrisch gedreven worden, maar ook bijna energieneutrale woningen op aardgas of warmte vallen onder deze gewenste duurzame ontwikkeling in de gebouwde omgeving. In het Energieakkoord zijn onder andere maatregelen opgenomen om verduurzaming bij verhuurders, huurders en woningeigenaren te stimuleren.