Ingediend | 24 oktober 2014 |
---|---|
Beantwoord | 17 december 2014 (na 54 dagen) |
Indiener | Martin Bosma (PVV) |
Beantwoord door | Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie kunst recht religie staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z18805.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-831.html |
Ja.
In een vrije samenleving als Nederland heeft iedere burger vrijheid van expressie, zo lang dit binnen de kaders van de rechtsstaat gebeurt. Kunstenaars geven daar op bijzondere wijze uiting aan. Ik laat het oordeel over wat wel en niet te exposeren aan de professionals van musea en expositieruimtes. Indien er sprake is van concrete bedreigingen aan het adres van een directeur, kunstenaar of andere betrokkenen, kan er aangifte worden gedaan.
In onze huidige wet- en regelgeving wordt de vrijheid van meningsuiting reeds voldoende gewaarborgd.
Ik heb geen aanwijzingen dat de kunstwereld zwijgt als de vrijheid van expressie in het geding is. Het is diezelfde vrijheid waarmee het culturele en maatschappelijke veld zijn mening kan uiten, bijvoorbeeld over bezuinigingen, maar ook over maatschappelijke ontwikkelingen en politieke keuzes.