Ingediend | 18 april 2014 |
---|---|
Beantwoord | 23 mei 2014 (na 35 dagen) |
Indiener | Marit Maij (PvdA) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie verzekeringen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z07272.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2039.html |
Ik ben er mee bekend dat het Zorginstituut Nederland (Zorginstituut, voorheen College voor Zorgverzekeringen) boetes oplegt aan vergunninghouders omdat nog niet wordt voldaan aan de verzekeringsplicht. Nadat een asielzoeker een verblijfsvergunning ontvangt, is hij op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw) verplicht een zorgverzekering af te sluiten. Dit dient te gebeuren binnen vier maanden na het ontstaan van de verzekeringsplicht. Het Zorginstituut ziet er op toe dat dit ook gebeurt. Als uit controle blijkt dat binnen 4 maanden niet is voldaan aan de verzekeringsplicht ontvangt de vergunninghouder een aanmaning. Hij krijgt dan drie maanden de tijd om alsnog aan de verzekeringsplicht te voldoen.
In de meeste gevallen lukt het de vergunninghouder om binnen deze termijn een zorgverzekering af te sluiten en wordt er geen boete opgelegd. In sommige gevallen lukt het echter niet om de vergunninghouder binnen zeven maanden na het verstrekken van de verblijfsvergunning te huisvesten in een gemeente. Deze vergunninghouders kunnen geconfronteerd worden met een boete. Indien hiervan sprake is wordt de boete voldaan door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA).
Ik heb deze signalen ook ontvangen. De verzekeringsplicht gaat in op de datum waarop de verblijfsvergunning is afgegeven. Betrokkene heeft vier maanden de tijd om een zorgverzekering te sluiten. Indien de verzekering wordt gesloten binnen deze termijn, gaat de verzekering met terugwerkende kracht in tot uiterlijk de datum van afgifte van de vergunning. Ook de premieplicht geldt vanaf dezelfde datum. Tegenover premiebetaling staat vergoeding van de medische kosten. In de recente praktijk bleek dat veel verzekeraars de verzekering pas in lieten gaan op het moment dat een vergunninghouder in een gemeente was gehuisvest. Verzekeraars zijn eerder geïnformeerd wat dienaangaande de juiste werkwijze is.
Het is aan de vergunninghouder zich actief te verzekeren. Het COA wijst de vergunninghouders ook op deze verzekeringsplicht en de gevolgen bij het niet voldoen aan de wettelijke verplichtingen.
Dit signaal is mij bekend en komt in bepaalde gevallen voor bij vergunninghouders waarbij gezinshereniging aan de orde is. Om in aanmerking te komen voor zorgtoeslag is het van belang dat beide partners voldoen aan de verzekeringsplicht. Wanneer de toeslagpartner niet voldoet aan de verzekeringsplicht of niet rechtmatig in Nederland verblijft, dan wordt niet voldaan aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor zorgtoeslag en kan de zorgtoeslag worden teruggevorderd. De vergunninghouder vraagt zelf de zorgtoeslag aan. Hij is net als andere Nederlands ingezetenen zelf verantwoordelijk voor het op de juiste wijze voor de juiste personen zorgtoeslag wordt aangevraagd. Zoals aangegeven bij antwoord 4 wordt ernaar gestreefd om de vergunninghouders, maar ook nareizende gezinsleden zo snel mogelijk te huisvesten in gemeenten Hiermee moet ook sneller en binnen de gestelde termijn voldaan kunnen worden aan de verzekeringsplicht en daarmee ook aan de voorwaarden voor de zorgtoeslag.
Ik deel de mening dat het wenselijk is dat vergunninghouders op een goede manier kunnen voldoen aan de plichten die ontstaan bij het verkrijgen van een verblijfsvergunning. Dit geldt dus ook voor de verzekeringsplicht voor de medische zorg. Om die reden werken COA en gemeenten samen om vergunninghouders zo snel mogelijk te huisvesten in gemeenten, zodat binnen de gestelde termijnen aan deze plicht kan worden voldaan. Daarnaast wordt er op dit moment een pilot uitgevoerd om de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) te versnellen. Daarnaast onderzoekt het COA of kort na vergunningverlening kan worden aangesloten bij de collectieve verzekeringen die de gemeenten hebben voor bijstandsgerechtigden, waarbij de premie vergoed zou kunnen worden voor de periode dat de vergunninghouders nog bij het COA verblijven door een ophoging van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen (Rva).
Zoals is aangegeven wordt gewerkt aan een versnelling van het inschrijvingsproces bij gemeenten. In voorkomende gevallen dat iemand zich na vier maanden nog niet heeft verzekerd, is opgespoord en geen gevolg heeft gegeven aan de oproep een zorgverzekering te sluiten, betaalt het COA, indien iemand zich bij de herhaalde opsporing niet heeft verzekerd, de boete. Zoals hiervoor is aangegeven volstaat deze praktische benadering. Het lukt de meeste vergunninghouders om te voldoen aan de verzekeringsplicht zonder dat er een boete wordt opgelegd. Voor diegene waar dit niet lukt wordt de boete door het COA vergoed. Gelet op de relatief kleine aantallen als ook het feit dat er geen onderscheid wordt gemaakt in het ontstaan van de verzekeringsplicht acht ik dit vooralsnog een verantwoorde handelswijze. Ik vind het onwenselijk om voor een klein aantal gevallen de uitgangspunten voor de verzekeringsplicht aan te passen.
Zie antwoord vraag 5.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Maij (PvdA) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over boetes die vluchtelingen (ingezonden 18 april 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.