Ingediend | 15 november 2012 |
---|---|
Beantwoord | 17 december 2012 (na 32 dagen) |
Indiener | Joram van Klaveren (PVV) |
Beantwoord door | Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie ouderen religie sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z19417.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-819.html |
Ik heb van het bericht kennis genomen. Van het Ministerie van Veiligheid en Justitie heb ik vernomen dat de zaak bij het Openbaar Ministerie ligt en dat er op dit moment geen verdere mededelingen over kunnen worden gedaan.
Ik keur elke vorm van intimidatie en mishandeling sterk af, ongeacht de geloofsovertuiging van de dader.
Iedereen die in Nederland woont, moet zich aan de regels houden, ongeacht de geloofs- of levensovertuiging die iemand heeft. Het kabinet ziet migratie als een fenomeen van alle tijden dat van grote invloed op de maatschappij kan zijn. Een stabiele, diverse samenleving vraagt een inspanning van alle inwonenden om de wet en elkaar te respecteren.
De KNVB is een autonome organisatie en het is aan haar om binnen de kaders van de wet en waar zij dat terecht acht licenties te verstrekken en in te trekken. Desgevraagd heeft de KNVB aangegeven dat deze zaak momenteel in onderzoek is bij de tuchtcommissie van KNVB, district West II. Over de inhoud van dit onderzoek kunnen in dit stadium door de KNVB nog geen mededelingen worden gedaan. Wel is inmiddels bekend dat vereniging Kocatepe de dader direct als lid heeft geroyeerd, aangegeven bij de tuchtcommissie en hem geadviseerd heeft om zich bij de politie te melden. Kocatepe handelt hiermee in lijn met het nieuwe strafbeleid van de KNVB waarin door de tuchtorganen wordt gekeken naar de mate waarin verenigingen hun eigen verantwoordelijkheid nemen en meewerken aan onderzoek in kwesties als deze. De KNVB overweegt pas na herhaaldelijke schuld aan excessieve overtredingen om de licentie van een vereniging in te trekken. Daar is in geval van Kocatepe geen sprake van.
Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 1.