Ingediend | 9 december 2011 |
---|---|
Beantwoord | 13 januari 2012 (na 35 dagen) |
Indiener | Cora van Nieuwenhuizen (VVD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | bestuur gemeenten immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z25760.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1124.html |
Ja.
Ik ben ermee bekend dat enkele gemeenten expliciet in hun collegeprogramma hebben opgenomen dat de noodopvang wordt gecontinueerd. Ik voer periodiek Bestuurlijk Overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, waarbij ook het onderwerp noodopvang regelmatig op de agenda staat. Ook onderhoudt de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) intensief contact met individuele gemeenten.
Ik blijf van mening dat het bieden van structurele noodopvang door gemeenten of maatschappelijke organisaties onwenselijk en onnodig is. Door het Rijk zijn in de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen om te voorkomen dat (afgewezen) asielzoekers op straat terecht komen, waaronder plaatsing in een vrijheidsbeperkende locatie van afgewezen asielzoekers die na de vertrektermijn van 28 dagen het land nog niet hebben verlaten, het onder voorwaarden verlenen van opvang aan mensen met een medische aanvraag en het realiseren van onderdak in gezinslocaties voor gezinnen met minderjarige kinderen.
Ik heb gemeenten en de VNG duidelijk gemaakt dat indien gemeenten desondanks geconfronteerd worden met vreemdelingen die op straat staan, en die een asielverleden hebben, dan wel van wie de achtergronden niet direct bekend zijn, zij deze zaken kunnen aanmelden bij de DT&V zodat kan worden gezocht naar een oplossing op maat. In de praktijk treden gemeenten ook daadwerkelijk in contact met de DT&V en waar nodig neemt de DT&V hiertoe initiatief.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.