Ontvangen 15 september 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De voordracht voor een krachtens deze wet vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der Kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan.
2. Het ontwerp voor een krachtens deze wet vast te stellen ministeriële regeling wordt aan beide Kamers der Staten-Generaal voorgelegd. De ministeriële regeling wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken na de overlegging van het ontwerp. Indien een der Kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt de ministeriële regeling niet vastgesteld.
Zoals opgemerkt door de Raad van State worden in deze wet essentiële onderdelen geregeld in onderliggende wet- en regelgeving die doorslaggevend zijn voor de uitvoerbaarheid van de wet zelf. Dit werd eerder bevestigd door de uitvoeringsorganisaties, waaronder COA, VNG en IPO. Gezien het gaat om een stelselwijziging waarin essentiële onderdelen uitgewerkt worden in de onderliggende regelgeving, is het van belang dat beide Kamers betrokken zijn en invloed uit kunnen oefenen over deze stukken.
Koekkoek