Ontvangen 31 maart 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 77, eerste lid, onderdeel a, «€ 7,000» vervangen door «€ 14,000».
II
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 77, eerste lid, onderdeel a, van de Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. bij toepassing van artikel 73, eerste lid, onderdeel a:
1°. € 14,000 per passagier in de laagste reisklasse;
2°. € 28,000 per passagier in de overige reisklassen;.
2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2a. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop voor de toepassing van de tarieven, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, de reisklasse wordt vastgesteld.
III
In artikel II wordt na «vast te stellen tijdstip,» ingevoegd «dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld en».
Op dit moment betaalt de luchtvaart nauwelijks voor de externe kosten die ze maakt. Hierdoor ontstaat een marktfalen met een te hoge vraag naar luchtvaart, waarbij de maatschappij opdraait voor de externe kosten. Daarnaast heeft de luchtvaart een oneerlijke concurrentiepositie ten opzichte van andere vormen van mobiliteit die wel worden belast, zoals internationaal treinverkeer. De vliegbelasting van het kabinet is een stap in de juiste richting, maar heeft slechts beperkt invloed op het beprijzen van externe kosten.
Dit amendement verdubbelt het tarief van de vliegbelasting voor passagiers, in lijn met variant 4c die door het kabinet is doorberekend. Uit de maatschappelijke kosten-baten analyse van het kabinet blijkt dat het resultaat van deze variant (4c) ongeveer twee keer beter is dan de variant waar het kabinet voor heeft gekozen. Daarnaast zijn de tarieven in ons omringende landen al jarenlang een stuk hoger dan het huidige wetsvoorstel van het kabinet.
Dit amendement regelt ook een dubbel tarief voor passagiers die in andere reisklassen reizen dan de laagste reisklasse, net zoals dit in het Verenigd Koninkrijk het geval is. Op dit moment wordt 40% van de vliegreizen gemaakt door 8% van de bevolking. Hoopopgeleiden vliegen bijna 5x zo vaak als laagopgeleiden, mensen met hoge inkomens vliegen ongeveer 4x zo vaak als mensen met lage inkomens. Bij een eerlijke klimaattransitie hoort dat we allemaal ons steentje bijdragen. De prijselasticiteit voor zakelijke reizigers is twee keer zo laag als voor niet-zakelijke reizigers, waardoor een verdubbeling van de vliegbelasting voor zakelijke reizigers gewenst is. De vaststelling van de reisklasse voor de toepassing van deze tariefdifferentiatie zal worden uitgewerkt in het Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag.
Ten slotte regelt dit amendement dat de inwerkingtredingsbepaling dusdanig wordt aangepast dat de datum van 1 januari 2021 haalbaar blijft voor de reguliere vliegbelasting. De uitvoering van de gedifferentieerde vliegbelasting kan dan plaatsvinden als de noodzakelijk wijzigingen bij de belastingdienst zijn doorgevoerd.
Snels Stoffer