Voorgesteld 11 maart 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat op dit moment het vliegverkeer is vrijgesteld van btw en accijnzen;
overwegende dat daardoor slechts een klein deel van de externe kosten gedekt worden door belastingen en heffingen en men kan spreken van belastingparadijs Schiphol;
overwegende dat dit ten koste gaat van de concurrentie met andere vormen van mobiliteit die wel belast zijn, zoals het internationale treinverkeer;
overwegende dat dit ten koste gaat van de economische ontwikkeling van ons land en negatieve milieu, klimaat- en overlastkosten heeft;
overwegende dat de vliegbelasting in het huidige voorstel slechts een beperkte invloed heeft op het beprijzen van externe kosten;
verzoekt het kabinet, om nadere stappen te verkennen om een einde te maken aan belastingparadijs Schiphol,
en gaat over tot de orde van de dag.
Snels