Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2013
Met mijn brief van 1 februari (Kamerstuk 31 293, nr. 156) heb ik toegezegd uw Kamer voor 1 mei te informeren over het te houden overleg met de wethouders uit de G37 inzake voor- en vroegschoolse educatie. Tevens zou ik u de nulmeting van de Inspectie van het Onderwijs over de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie doen toekomen. De uitkomsten van deze nulmeting en de maatregelen zoals opgenomen in het Regeerakkoord voor vve wil ik in één brief aan u presenteren. In het Regeerakkoord is opgenomen dat de kwaliteit en taalvaardigheid van pedagogisch medewerkers verhoogd gaat worden. Tevens is in het Regeerakkoord opgenomen dat consultatiebureaus (verplicht) doelgroepkinderen voor wat betreft risico op taalachterstand gaan toetsen en doorverwijzen.
Samen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ben ik bezig met de uitwerking om de financiering van het peuterspeelzaalwerk onder de Wet Kinderopvang te brengen. Deze stelselwijziging is van invloed op de wijze hoe de kwaliteit van vve verder verbeterd kan worden. Dit wil ik in samenhang bezien. Ik ben voornemens u voor het zomerreces te informeren over bovengenoemde toezeggingen.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker