Voorgesteld 15 november 2012
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat artikel 11b van de toekomstige Wet kenbaarheid energieprestatie gebouwen bepaalt dat bij ministeriële regeling nadere voorschriften moeten worden gegeven omtrent de inhoud en de vormgeving van het energieprestatiecertificaat, de berekening van de energieprestatie van een gebouw, de wijze van totstandkoming van de referentiewaarden waarmee de energieprestatie kan worden vergeleken, en de aan de deskundigen te stellen kwaliteitseisen;
verzoekt de regering, de ministeriële regeling zodanig vorm te geven dat de invoering van het energieprestatiecertificaat voor de burgers en instellingen met zo min mogelijk bureaucratische rompslomp gepaard gaat en dat er niet meer wordt geregeld dan richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen daadwerkelijk voorschrijft,
en gaat over tot de orde van de dag.
Visser
Van Toorenburg