Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2010
Mede namens de Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heb ik het genoegen u hierbij de «Leidraad legestarieven omgevingsvergunning» aan te bieden. Deze is als bijlage bijgevoegd.1
Op 20 november 2009 heb ik samen met de Minister van VROM een brief aan de Tweede Kamer verzonden met de gemaakte afspraken over de uitvoering van de motie-Wiegman (TK 31 953, nr. 27). Daarin werd toegezegd dat als gezamenlijk product van de VNG, het IPO, VROM en BZK een leidraad zou worden uitgebracht voor de berekening van leges. Deze leidraad is inmiddels als gevolg van een gezamenlijke inspanning van de Ministeries van VROM en BZK, de VNG en het IPO vastgesteld. Daarbij bijgestaan door de Nederlandse Vereniging van Bouw en Woningtoezicht. Er is veel werk verzet en is er op zeer vruchtbare wijze samengewerkt. Dit geeft aan dat alle betrokken partijen groot belang hechten aan het tot stand komen van deze leidraad.
De leidraad is tevens de uitvoering van de motie Heijnen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 123 B, nr. 9). Daarin wordt de regering verzocht de uitvoering van de afspraken met VNG en IPO eind 2010 niet alleen te toetsen op transparantie maar ook op het in acht nemen van een redelijke bandbreedte. Door het gebruik van deze leidraad kan in de praktijk straks worden beoordeeld wat een redelijke bandbreedte is en waarom deze redelijk is.
De leidraad omvat de volgende onderdelen:
1. Een Stappenplan in de vorm van een «model kostenonderbouwing leges omgevingsvergunning» (VNG);
2. Een Activiteitenlijst (Vereniging BWTN);
3. Rekenmodel Handreiking kostentoerekening (VNG);
4. Rekenmodel Methode Activity Based Costing inclusief toelichting (IPO);
5. Onderbouwing van de gemaakte keuzen (BZK).
In juli volgt er nog een zesde deel;
6. Normkosten (voorzien voor juli 2010, VBWTN).
Publicatie
De verschillende onderdelen van het digitale dossier «transparante berekening leges» vormen samen de leidraad en zijn op internet gepubliceerd. Via de site van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (www.minbzk.nl/legesentarieven) kunnen de verschillende producten worden gedownload. Het dossier kan ook benaderd worden door middel van een link op het Kennisplein omgevingsvergunning (www.omgevingsvergunning.vrom.nl).
Het «model kostenonderbouwing leges omgevingsvergunning» is door de VNG opgesteld en ook op haar website gepubliceerd. Daar is ook het activiteitenoverzicht van de Vereniging Bouw en Woningtoezicht Nederland in opgenomen. Op deze website vindt u ook de verschillende rekenmodellen. Het IPO had vooruitlopend op de invoering van de WABO en het opstellen van de leidraad al stappen ondernomen om te komen tot een transparant rekenmodel. Dit model kunnen provincies gebruiken bij de invoering van de WABO om de tarieven vast te stellen. Het model is als voorbeeldrekenmodel in de leidraad opgenomen.
Vaststellen tarieven
Het is de bedoeling dat decentrale overheden gebruik maken van de leidraad bij het vaststellen van de tarieven voor de begroting 2011. Als overal op dezelfde manier de tarieven worden vastgesteld, worden de onderlinge vergelijkbaarheid en de verantwoording over de tarieven aanzienlijk verbeterd.
Zoals ook aangegeven in de brief aan de Tweede Kamer van 20 november 2009, houd ik de vinger aan de pols voor wat betreft de toepassing van de leidraad en de resultaten daarvan.
Conform de legesmodelverordening van de VNG hanteren de meeste gemeenten momenteel de opgegeven bouwkosten van een ingediend bouwplan als grondslag voor de legesheffing. De modelverordening geeft aan op welke wijze de bouwkosten moeten worden vastgesteld. Veel gemeenten gebruiken echter een normbouwkostensysteem om die grondslag te controleren. Het werken met vaste bedragen voor kleine, veel voorkomende bouwwerken en normbouwkosten in plaats van opgegeven bouwkosten vergroot, naast transparantie, ook de vergelijkbaarheid en vermindert de administratieve lasten voor burgers en de overheid zelf. Het onderdeel «normkosten» van de leidraad (onderdeel 6) zal voor 1 juli 2010 zijn afgerond en aan de gebruikers (gemeenten, provincies) beschikbaar worden gesteld.
De tariefstelling hoort tot de gemeentelijke autonomie en ook de verantwoording daarover dient op lokaal niveau plaats te vinden. Door de toepassing van deze leidraad zullen echter verschillen in tarieven veel transparanter en verklaarbaar moeten worden.
Op basis van de motie Heijnen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 123 B, nr. 9) zal het ministerie van BZK monitoren waar zich onverklaarbaar hoge tarieven voordoen en de betreffende overheden zullen daarop worden aangesproken. Als in praktijk blijkt dat de tarieven over de gehele linie niet transparanter worden en excessen niet verdwijnen, kan worden overwogen om wettelijke maatregelen te nemen. De Wabo bevat overigens al de grondslag om zonodig per AMvB regels te stellen met betrekking tot de legesberekening.
De leidraad betreft «werk in uitvoering». Naar aanleiding van ervaringen die er in de praktijk mee zijn opgedaan, zullen gaandeweg verdere verbeteringen worden aangebracht.
Stand van Zaken WABO
Op 23 maart heeft de Eerste Kamer het voorstel voor de Invoeringswet Wabo aangenomen. Met deze goedkeuring kan de Wabo ingaan per 1 juli. In mei wordt de versie van de ICT-tool Wabo, het Omgevingsloket online, waarin nog een aantal verbeterpunten is opgenomen opgeleverd. De minister van VROM beoordeelt in mei of deze versie voldoende functioneert om ook daadwerkelijk per 1 juli met de Wabo van start te gaan. Bij deze beoordeling zullen IPO en VNG worden betrokken. Na inwerkingtreding van de wet kunnen de bevoegde instanties beginnen met de verlening van omgevingsvergunningen
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten