Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2008
Hierbij wil ik reageren op de moties 31 700 XVI, nrs. 66, 67 en 68 die ik in de begrotingsbehandeling van VWS niet mondeling heb afgedaan.
Motie 66: de Wod laten aansluiten bij de algemene systematiek van het bestuursrecht.
In de afgelopen jaren is dit meermalen besproken. We hebben voor de Wod juist de bestaande juridische structuur opgezet. In de Wod is de openbaarheid geregeld.
Daarom ontraad ik u deze motie.
Motie 67: voorstellen voor nadere specificering in de verslaglegging rondom dierproeven.
Zoals ik aan mijn brief van oktober 2007 heb aangegeven ben ik bezig meer openheid te creëren rondom dierproeven. Zo zullen de jaarverslagen van de DECs openbaar worden gemaakt en meer inzicht geven in de toetsing van de DEC. De jaarverslagen van de vergunninghouders zullen meer gegevens bevatten over de dierproeven die bij desbetreffende vergunninghouder worden uitgevoerd. Tevens zal de informatie in de jaarverslagen op elkaar worden afgestemd. Daarom ontraad ik u deze motie.
Motie 68: inzicht verschaffen in de stijging van het aantal dierproeven voor voedseladditieven.
Een dergelijk onderzoek vraagt weer meer administratieve lasten voor het bedrijfsleven.
Het levert verder geen nieuwe informatie op waar ik mijn beleid verder mee kan voeden. Daarom ontraad ik u deze motie.