Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2009
Hierbij reageren wij, mede namens de minister van Justitie, op uw verzoek van 23 juni 2009 (2009Z12143/2009D31789) om met spoed nadere informatie te geven over de resultaten van het onderzoek dat Nederland heeft ingesteld naar de actie van de organisatie Sea Shepherds tegen Japanse walvisjagers in wateren bij de Zuidpool. Eveneens beantwoorden wij uw vraag of het incident in 2008 met het schip Steve Irwin van Sea Shepherd en de berichtgeving over het voornemen van Australië om Japan voor de rechter te dagen als diplomatieke inspanningen falen om de Japanse walvisvaart te stoppen, aanleiding vormen om de Zeebrievenwet te wijzigen.
De Sea Shepherd Conservation Society (hierna: SSCS) is een Amerikaanse non-gouvernementele organisatie die onder meer gebruik maakt van schepen om acties te voeren tegen de walvisvangst. Vanaf 2007 heeft de SSCS twee schepen in Nederland geregistreerd en zijn er derhalve door de Inspectie Verkeer en Waterstaat nationaliteitsverklaringen en zeebrieven voor deze schepen afgegeven. De zeebrief is afgegeven nadat de Nederlandse overheid van de SSCS de schriftelijke bevestiging had verkregen dat de organisatie zich zou onthouden van geweld en zich zou houden aan de internationale regelgeving betreffende de veiligheid op zee.
In de afgelopen jaren hebben zich diverse incidenten voorgedaan tussen schepen van de SSCS en met name Japanse walvisvaartschepen in de Zuidpoolzee. Het meest recente voorbeeld was op 6 februari 2009 tussen de Steve Irwin van de SSCS en de Yushin Maru 3, een Japans walvisvaartschip. Door met name Japan en in diverse multilaterale organisaties is Nederland als vlaggenstaat aangesproken op het gedrag van de gezagvoerders van de Steve Irwin.
De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft bovengenoemd incident beoordeeld op grond van beschikbaar materiaal. Wat de Steve Irwin betreft is er, naar de mening van de Inspectie sprake van onrechtmatige gedragingen door de SSCS en overtredingen van de internationale regels omtrent goed zeemanschap en van het internationale zeeaanvaringsverdrag (COLREGs). Overigens hebben ook de gezagvoerders van de Japanse schepen overtredingen gepleegd.
De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft overigens op 16 februari 2009 de door haar geconstateerde overtredingen van SSCS voorgelegd aan het Openbaar Ministerie voor eventuele strafrechtelijke vervolging. Het Openbaar Ministerie heeft na onderzoek aangegeven dat een strafrechtelijke aanpak in deze zaak geen haalbare kaart is en bovendien onvoldoende effectief is.
Het kabinet is van oordeel dat er in dit soort gevallen effectieve bestuursrechtelijke mogelijkheden dienen te zijn om te kunnen optreden. Daarom heeft het kabinet besloten om de mogelijkheid tot het intrekken van de zeebrief uit te breiden. Een wijziging van de Zeebrievenwet wordt hiertoe met spoed voorbereid.
Het voornemen van Australië om Japan voor de rechter te dagen als diplomatieke inspanningen falen om de walvisvaart te stoppen heeft overigens geen relatie met de voorgenomen wijziging van de Zeebrievenwet.