Voorgesteld 8 april 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het vanzelfsprekend is dat er geestelijk verzorgers binnen Defensie werkzaam zijn, van welke geloofsovertuiging dan ook, en dus ook geestelijk verzorgers die Defensiepersoneel met een islamitische geloofsovertuiging sociaal en spiritueel kunnen bijstaan;
overwegende, dat het ministerie van Defensie een imam heeft aangesteld die een reeks radicale uitspraken heeft gedaan die in strijd zijn met normen en waarden waar Defensie c.q. de Nederlandse samenleving voor staat;
overwegende, dat het volstrekt ongepast en onwenselijk is dat deze imam een aanstelling bij de overheid in casu Defensie heeft gekregen;
verzoekt de regering de aanstelling van deze imam onmiddellijk ongedaan te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Krom
Verdonk