Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2009
In vervolg op mijn brieven van 20 februari 2009, kamerstuk 31 700 VII, nr. 71, en 24 april 2009, kamerstuk 31 700 VII, nr. 79, informeer ik u over de huisvestingsproblematiek van burgemeesters.
Ik heb u gemeld dat ik met een voorstel voor een nieuwe opzet van de huisvestingsvoorzieningen zal komen. Deze nieuwe opzet heb ik op 26 mei 2009 besproken in het bestuurlijk overleg met de vakbonden van de burgemeesters en het Nederlands Genootschap Burgemeesters. Zoals u bekend, kan een eventuele aanpassing van het Rechtspositiebesluit burgemeesters alleen in overleg met hen tot stand komen. De bonden hebben een pleidooi gehouden om te komen tot een eenvoudiger systeem. Dit systeem zou de volgende elementen kunnen omvatten.
De gemeente wordt verplicht een ambtswoning aan te bieden aan de burgemeester. De burgemeester mag dat aanbod weigeren, maar moet dan zelf een woning kopen of huren. Duidelijker dan nu wordt vastgehouden aan de wettelijke termijn van een jaar om te voldoen aan het woonplaatsvereiste.
Voor de periode dat de burgemeester in dat jaar nog niet beschikt over definitieve huisvesting heeft hij ofwel recht op een hotel- en reiskostenvergoeding ofwel wordt hem door de gemeente een pied-à-terre aangeboden. De burgemeester betaalt voor die pied-à-terre geen huur of wordt daarvoor door de gemeente gecompenseerd. Na ommekomst van genoemd jaar is de woonsituatie verder geheel de zorg en de verantwoordelijkheid van de burgemeester zelf.
Dit nieuwe systeem wordt nu door mijn ministerie bezien en uitgewerkt. Het wordt ook besproken met de fiscus en de VNG. Uit eerste gesprekken blijkt dat nadere uitwerking nodig is. Een uitgewerkt voorstel is daarom pas na de zomer te verwachten.
Daarnaast vroegen de bonden met klem om een oplossing voor de dubbele woonlastenproblematiek van de huidige, zittende burgemeesters. Uit de inventarisatie van de cdK’s bleek al dat op dit moment een aantal burgemeesters een probleem heeft met dubbele woonlasten. Men ervaart dit als een bestuurlijk kwetsbare situatie die zou moeten worden opgelost, terwijl een nieuwe regeling als hiervoor geschetst voor nieuwe burgemeesters zou kunnen gaan gelden.
De kredietcrisis doet zich voelen. Het dreigt door de omvang, de groep die het betreft, en de effecten voor de gemeente een bestuurlijk probleem te worden. Ik zoek daarom uit of het mogelijk is om op korte termijn voor deze specifieke groep vooruitlopend op het nieuwe systeem een basis te scheppen om een tegemoetkoming toe te kennen.
Verder had ik u bericht over de totstandkoming van een praktische handreiking waarmee aan burgemeesters en gemeenten, in afwachting van het nieuwe systeem, uitleg wordt gegeven over de huidige regelgeving. Deze handreiking staat inmiddels op de website van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (www.burgemeesters.nl). Exemplaren ervan zijn ook beschikbaar gesteld aan de commissarissen der Koningin en de VNG om in voorkomend geval uit te reiken aan sollicitanten op burgemeestersvacatures.