Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 23 oktober 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het voor een goede werking van het uitdaagrecht niet alleen cruciaal is dat de wettelijke kaders op orde zijn, maar ook dat burgers en overheden elkaar in de praktijk weten te vinden;
overwegende dat dit niet alleen betekent dat de condities bij decentrale overheden zo moeten zijn dat verordeningen in de praktijk gebracht kunnen worden, maar ook dat bewonerscollectieven in staat zijn om er gebruik van te maken;
verzoekt de regering om in samenspraak met VNG, IPO, de Unie van Waterschappen, de openbare lichamen, het LSA, het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners, de LVKK, de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen, en de vertegenwoordigers van de jongerenraden uit te werken hoe flankerend beleid kan worden vormgegeven, zodat het uitdaagrecht ook in de praktijk goed uit de verf gaat komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Graaf
Chris Simons
Hans Teunissen