Ontvangen 14 december 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In de beweegreden wordt «een in regelgeving vastgelegde omgevingswaarde» vervangen door «in regelgeving vastgelegde omgevingswaarden».
II
In artikel I, onderdeel B, wordt na het voorgestelde artikel 1.12a een artikel ingevoegd, luidende:
1. In 2025 zijn de totale Nederlandse NOx-emissie en NH3-emissie zoals vastgesteld door het RIVM, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het RIVM, ten opzichte van de NOx-emissie en de NH3-emissie zoals vastgesteld door het RIVM over het jaar 2018 met 25% verminderd.
2. In 2030 zijn de totale Nederlandse NOx-emissie en NH3-emissie zoals vastgesteld door het RIVM ten opzichte van de NOx-emissie en de NH3-emissie zoals vastgesteld door het RIVM over het jaar 2018 met 50% verminderd.
3. De in het eerste en tweede lid bedoelde emissiewaarden zijn resultaatsverplichtingen.
III
In artikel I, onderdeel B, wordt in de voorgestelde artikelen 1.12b, eerste lid, onderdeel a, en 1.12f, derde lid, «de omgevingswaarde, bedoeld in artikel 1.12a, eerste lid» vervangen door «de omgevingswaarden, bedoeld in de artikelen 1.12a, eerste lid, en 1.12aa eerste en tweede lid».
IV
In artikel I, onderdeel B, wordt in de voorgestelde artikelen 1.12b, tweede lid, onderdeel a, en 1.12h, onderdeel c, «de omgevingswaarde» vervangen door «de omgevingswaarden».
V
In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 1.12g, eerste lid, «de omgevingswaarde, bedoeld in artikel 1.12a, eerste lid» vervangen door «een omgevingswaarde als bedoeld in de artikelen 1.12a, eerste lid en 1.12aa, eerste en tweede lid».
VI
Artikel II, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt een artikel» vervangen door «worden twee artikelen».
2. Er wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. In 2025 zijn de totale Nederlandse NOx-emissie en NH3-emissie zoals vastgesteld door het RIVM, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het RIVM, ten opzichte van de NOx-emissie en de NH3-emissie zoals vastgesteld door het RIVM over het jaar 2018 met 25% verminderd.
2. In 2030 zijn de totale Nederlandse NOx-emissie en NH3-emissie zoals vastgesteld door het RIVM ten opzichte van de NOx-emissie en de NH3-emissie zoals vastgesteld door het RIVM over het jaar 2018 met 50% verminderd.
3. De in het eerste en tweede lid bedoelde emissiewaarden zijn resultaatsverplichtingen.
VII
In artikel II, onderdeel B, wordt in het voorgestelde vierde lid, onderdeel a, «de omgevingswaarde, bedoeld in artikel 2.15a, eerste lid» vervangen door «de omgevingswaarden, bedoeld in de artikelen 2.15a, eerste lid, en 2.15aa, eerste en tweede lid».
Dit amendement regelt als resultaatsverplichting dat de totale stikstofemissie in 2025 met 25% en in 2030 met 50% moet zijn afgenomen. Het huidige hoofddoel in het voorliggende wetsvoorstel dat de hoeveelheid stikstof in 2030 op 50% van alle hectares met stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden niet groter mag zijn dan de kritische depositiewaarde, komt neer op een emissiereductiedoel van slechts 26%. Bovendien heeft slechts een deel van de natuurgebieden hier baat bij. Het Adviescollege Stikstofproblematiek, natuur- en milieuorganisaties, wetenschappers en vele andere experts geven aan dat een emissiereductiedoelstelling van 26% onvoldoende zal zijn om de impasse te doorbreken en geven aan dat een emissiereductiedoelstelling van 50% nodig is in 2030. Het Adviescollege Stikstofproblematiek ziet de halvering van de binnenlandse stikstofemissie in 2030 zelfs als een noodzakelijke randvoorwaarde om natuurherstel te kunnen realiseren en om te voorkomen dat toestemmingverlening voor economische activiteiten verder wordt belemmerd. Bovendien zou deze doelstelling volgens de experts haalbaar moeten zijn.
Bromet