Ontvangen 29 november 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel I, wordt aan artikel 5.5a een lid toegevoegd, luidende:
6. Een ministeriële regeling als bedoeld in het eerste lid wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Dit amendement regelt een voorhang op de ministeriële regeling inzake de stikstofdepositieruimte. Op dit moment bestaat grote onzekerheid over de juridische houdbaarheid van een stikstofregistratiesysteem, waarvan ook de Raad van State in haar advies stelt dat deze «niet eenvoudig is in te passen in de systematiek van artikel 6 van de Habitatrichtlijn.»
Bovendien benoemt de Raad van State dat eerst concreet gemaakt moet worden dat de te treffen maatregelen verder gaan dan nodig is voor het behalen van instandhoudingsdoelstellingen, en dat slechts die verdergaande maatregelen stikstofdepositieruimte creëren. Op basis van de huidige beleidsvoornemens, waarin deze concretisering ontbreekt, is het van belang dat de Kamers de regeling kunnen inzien en beoordelen alvorens deze in werking treedt.
Ouwehand