Voorgesteld 14 januari 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Tijdelijke wet Groningen regelt dat de rechtbank prejudiciële vragen kan voorleggen aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State;
constaterende dat de bestuursrechter ook geconfronteerd kan worden met een civielrechtelijke rechtsvraag;
overwegende dat het daarom nuttig kan zijn de mogelijkheid te scheppen om civielrechtelijke vragen voor te leggen aan de Hoge Raad;
verzoekt de regering, hierover in gesprek te gaan met zowel de Hoge Raad als de Raad van State, en hier verslag over uit te brengen naar de Kamer voordat het wetsvoorstel versterking plenair wordt besproken in de Tweede Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Lee
Sienot