Voorgesteld 18 april 2017
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat sinds 2007 de werkvergunningen zijn afgeschaft voor werknemers uit Polen, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Hongarije, Estland, Letland, Litouwen en sinds 2012 ook voor Roemenië en Bulgarije;
overwegende dat goedkope arbeid uit deze landen bijdraagt aan uitbuiting, oneerlijke concurrentie en ondermijning van de arbeidsmarkt;
roept de regering op, werkvergunningen voor werknemers uit Midden- en Oost-Europese landen opnieuw in te voeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Jasper van Dijk