Ontvangen 2 november 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 5, vijfde lid, onderdeel b, vervalt.
II
Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde tot en met vijfde lid vervalt.
2. In het zesde lid vervalt telkens: of het onderzoek.
III
In artikel 48, eerste lid, vervalt: of het onderzoek.
IV
Artikel 68, eerste lid, onderdeel b, vervalt.
Met dit amendement beoogt de indiener handmatige visitatie van het lichaam te verbieden. Handmatige controle van het lichaam is een vernederende en traumatiserende ervaring, juist voor mensen die oorlog en geweld ontvlucht zijn. Artikel 47 bevat verscheidene situaties waarin echter wel op handmatige wijze gevisiteerd mag worden. De indiener is van mening dat de regering onvoldoende heeft aangetoond dat het voortbestaan van deze bevoegdheid in de voorkomende gevallen noodzakelijk is, nu voldoende adequate alternatieven, zoals röntgenscans, voorhanden zijn.
Handmatige visitatie is in beginsel in strijd met de grondrechten. Om een geldige inbreuk te maken op de onaantastbaarheid van het lichaam, vastgelegd in artikel 11 van de Grondwet, en het verbod op een vernederende behandeling, vastgelegd in artikel 3 van het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens (EVRM), moet worden voldaan aan proportionaliteit en subsidiariteit. De indiener is van mening dat de regering de proportionaliteit en subsidiariteit niet voldoende heeft aangetoond, nu alternatieven beschikbaar zijn die een minder zware druk leggen op deze grondrechten. Indien handmatige visitatie op kinderen wordt toegepast ontstaat bovendien strijdigheid met het Internationaal Verdrag Inzake de Rechten van het Kind (IVRK).
Voortman