Ontvangen 9 september 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Aan de kentekenhouder die het toltarief niet binnen de op grond van artikel 7, tweede lid, onder a, bepaalde termijn betaalt en wiens woon- of verblijfplaats bekend is, wordt een betalingsherinnering gezonden.
2. De betalingsherinnering vermeldt dat bij niet tijdige betaling een aanmaning volgt, waarvoor een vergoeding in rekening kan worden gebracht.
3. De termijn waarbinnen de kentekenhouder na de betalingsherinnering dient te betalen, wordt vastgesteld bij ministeriële regeling.
4. Artikel 4:112 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de betalingsherinnering, bedoeld in het eerste lid.
II
In artikel 8, eerste lid, wordt «aan een kentekenhouder wiens woon- of verblijfplaats bekend is» vervangen door: nadat de termijn, bedoeld in artikel 7a, derde lid, is verstreken en voor zover de woon- of verblijfplaats van de kentekenhouder bekend is.
III
In artikel 15, vierde lid, onder b, wordt na «geen» ingevoegd: betalingsherinnering of.
Dit amendement regelt dat – voorafgaand aan de aanmaning – een betalingsherinnering wordt gezonden aan de kentekenhouder die het toltarief verschuldigd is, maar nog niet heeft voldaan. Indien de kentekenhouder de betalingsherinnering negeert, volgt – ingevolge artikel 8 van het wetsvoorstel – alsnog een aanmaning, waarvoor op grond van artikel 4:113 van de Algemene wet bestuursrecht een aanmaningsvergoeding kan worden gerekend. Indien ook de aanmaning wordt genegeerd, volgt – ingevolge artikel 12 van het wetsvoorstel – een bestuurlijke boete.
Houwers