Ontvangen 12 november 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 3.15 vervalt in onderdeel A, artikel 2.14, onderdeel 1, onder b, in onderdeel c, onderdeel 4°.
Aan artikel 3.18, onderdeel E, in artikel 67, wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel b door een puntkomma, aan lid 2 een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. de wijze waarop de vermindering van de geluidsbelasting van het betreffende industrieterrein zal worden gerealiseerd indien de geluidsbelasting binnen de onder b genoemde periode niet is verminderd tot beneden de grenswaarden.
Met invoering van de Crisis- en herstelwet wordt het mogelijk gemaakt om in situaties waarin sprake is van een te hoge geluidsbelasting deze belasting binnen vijf jaar te reduceren door middel van maatregelen welke worden opgenomen in een geluidreductieplan. Dit amendement beoogd te bewerkstelligen dat deze geluidsreductie ook daadwerkelijk wordt bereikt.
Bij eerste nota van wijziging is onderdeel 4° toegevoegd. Dit onderdeel stelt dat geldende grenswaarden niet van toepassing zijn indien blijkens de aanvraag de geluidsbelasting van het gehele industrieterrein niet toeneemt. Dit is ongewenst omdat hierdoor de belangen van omwonenden kunnen worden geschaad. Bovendien is onduidelijk hoe deze geluidsbelasting moet worden bepaald aangezien hier geen koppeling wordt gelegd met de genoemde grenswaarden.
Het voorgestelde geluidreductieplan is er op gericht om binnen vijf jaar wel aan de geldende voorwaarden te voldoen. Indien na deze periode blijkt dat dit niet is gelukt, dienen onmiddellijk maatregelen te worden getroffen die er toe leiden dat wel aan de grensvoorwaarden wordt voldaan. In het geluidreductieplan moet daarom worden aangegeven op welke wijze dit zal gebeuren om te garanderen dat in de periode van uitstel van vijf jaar daadwerkelijk tot vermindering van de geluidbelasting wordt overgedaan.
Wiegman-van Meppelen Scheppink