Ontvangen 12 november 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Hoofdstuk I, afdeling 2, paragraaf 2.3, vervalt.
In artikel 1.9a wordt de aanduiding «1.5» vervangen door «1.6».
Dit amendement zorgt ervoor dat het onderdeel van de wet dat de rechter de mogelijkheid biedt tot het passeren van gebreken komt te vervallen. Zowel vormfouten als materiële gebreken zouden op grond van de voorgestelde crisis- en herstelwet gepasseerd kunnen worden door de rechter. Dit lokt onzorgvuldige besluitvorming uit, immers, het maken van fouten heeft op deze manier geen consequenties meer. Bovendien zorgt dit artikel voor rechtsonzekerheid, het is namelijk op voorhand niet duidelijk wanneer aannemelijk is dat de belanghebbende niet door de materiële gebreken benadeeld wordt. Rechtsonzekerheid kan leiden tot een afbreuk aan het vertrouwen in het recht en de rechtstaat. Ook kan de toepassing van passeren gebreken leiden tot de noodzaak van het stellen van prejudiciële vragen, zowel de rechtbanken als de raad van State lopen daardoor het risico al snel overbelast te raken. Andere zaken zullen daardoor vertraging kunnen oplopen. en dus uiteindelijk tot vertraging op het project.
Ouwehand