Ontvangen 17 november 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 3.10, onderdeel D, vervalt.
Artikel 3.12, onderdeel C, vervalt.
Artikel 3.14 vervalt.
Artikel 3.23 vervalt.
Artikel 3.24, onderdeel D, vervalt.
Dit amendement strekt ertoe de ontkoppeling van onteigeningsprocedures en planologische procedures ongedaan te maken. De ontkoppeling leidt tot een hooguit beperkte tijdwinst, omdat de uitkomst van de planologische procedure meer bepalend is voor de verwezenlijking van een project dan het moment waarop de eigendom van de daarvoor benodigde gronden overgaat. Het betreft hier een instrument dat de overheid zeer terughoudend zou moeten gebruiken en door deze ontkoppeling kan er sprake zijn van onteigening zelfs wanneer het project geen doorgang vindt. Ontkoppeling tussen de ruimtelijke procedure en onteigening levert te weinig tijdwinst op om een dergelijk ingrijpende maatregel te kunnen verantwoorden.
De ontkoppeling wordt ongedaan gemaakt voor de Spoedwet wegverbreding (onderdeel I), de Tracéwet (onderdeel II), de Waterwet (onderdeel III), de Wet op de waterkering (onderdeel IV) en de Wet ruimtelijke ordening (onderdeel V).
Aptroot
Van der Staaij