Voorgesteld 18 november 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat Nederland zich als lid van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO)-vergadering bij de verkiezing van de 40 leden tellende IMO-Raad laat leiden door de relevantie van kandidaatlanden voor het werk en de doelstellingen van de IMO;
overwegende, dat de IMO zorgt voor het coördineren van overheden en de scheepvaartindustrie om maritieme veiligheid te verbeteren, waarbij strategische veiligheidsinformatie wordt gewisseld;
constaterende, dat Iran een rol wil spelen in de bestrijding van piraterij en lid wenst te worden van de IMO-Raad;
constaterende, dat gezien de huidige ontwikkelingen in Iran inzake het nucleaire dossier en het illegale transport van wapens, toetreding tot dit orgaan niet opportuun is;
verzoekt de regering als lid van de IMO-vergadering, bij de verkiezing van de raad toetreding van Iran hiertoe niet te steunen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Haverkamp
Voordewind
Van der Staaij
Nicolaï