Ontvangen 11 februari 2010
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In de considerans wordt na «een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat» ingevoegd: en dat het tevens wenselijk is om over de looptijd van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een vergoeding aan de werknemer toe te kennen.
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
A. Onder de aanduiding ARTIKEL I wordt ingevoegd:
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 667 wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. Na beëindiging van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in lid 1 is de werkgever per gewerkt jaar een vergoeding verschuldigd die overeenkomt met een brutomaandsalaris. In geval van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten als bedoeld in artikel 668a lid 1 en lid 2 is de werkgever voor elk jaar dat de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, de tussenpozen inbegrepen, hebben geduurd een vergoeding verschuldigd die overeenkomt met een brutomaandsalaris.
B. Boven de bestaande aanhef wordt de aanduiding «B.» geplaatst. In deze aanhef vervalt «van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek».
Voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is er een ontslagvergoeding vastgelegd. De vergoeding heeft tot doel om de schade die ontslag veroorzaakt te compenseren.
Een werknemer met een tijdelijke arbeidsovereenkomst heeft nooit recht op een vergoeding aan het einde van zijn arbeidsrelatie omdat deze van rechtswege eindigt. Dit amendement geeft per gewerkt jaar het recht op 1 maandsalaris ontslagvergoeding.
Indien dit amendement wordt aangenomen wordt aan het opschrift toegevoegd: en toekenning van een vergoeding aan de werknemer over de looptijd van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
Ulenbelt