Ontvangen 11 december 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:
Artikel 29, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b komt te luiden:
b. die aannemelijk heeft gemaakt dat hij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat hij bij uitzetting een reëel risico loopt om te worden onderworpen aan:
1°. doodstraf of executie; of,
2°. folteringen, onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.
2. In onderdeel c wordt de puntkomma aan het slot vervangen door: , of.
3. Onderdeel d vervalt.
Dit amendement regelt dat de grondslag voor de categoriale bescherming in de wet komt te vervallen. Artikel 3.106 van het Vreemdelingenbesluit dient ten gevolge hiervan ook te komen te vervallen. Dit amendement beoogt tevens te regelen dat de letterlijke tekst van de Definitierichtlijn artikel 15 c, dat al als verduidelijking van artikel 29, eerste lid onder b in het Vreemdelingenbesluit is opgenomen, niet in de wet wordt opgenomen. Sub a en b van dit wetsartikel corresponderen volledig met artikel 3 EVRM, maar het voorgestelde sub c biedt aanvullende bescher-ming. De situatie zou kunnen ontstaan dat er de facto toch sprake is van een categoriaal beleid. Indiener is hier geen voorstander van.
De Krom