Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 7 december 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat gemeenten geconfronteerd worden met uitgeprocedeerde asielzoekers die recht hebben op verblijf in Nederland gedurende hun verdere procedure, maar geen recht hebben op opvangvoorzieningen;
van mening, dat voor de relatief kleine groepen «buiten schuld», «schrijnendheid» en «verblijf bij kind», moet worden gezocht naar een passende oplossing;
van mening, dat zo veel mogelijk moet worden voorkomen dat uitgeprocedeerde asielzoekers met onbekende bestemming vertrekken, teneinde daadwerkelijk werk te kunnen maken van een effectief terugkeerbeleid;
overwegende, dat om over te kunnen gaan tot opvang van deze groepen, passende filters moeten worden opgesteld, teneinde misbruik te voorkomen en tevens de consequenties van het bieden van opvang aan deze groepen in beeld moeten worden gebracht;
verzoekt de regering de mogelijkheden tot en de consequenties van het bieden van opvang aan de groepen, «buiten schuld», «verblijf bij kind» en «schrijnendheid», in kaart te brengen en de Kamer binnen drie maanden over de uitkomsten daarvan te informeren en waar mogelijk met voorstellen te komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Anker
Spekman
Van Velzen
Azough
Koşer Kaya