Voorgesteld 2 juli 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat op dit moment een te hoge stikstofemissie en depositie is in Nederland en hierdoor in een belangrijk deel van de Natura 2000-gebieden, het realiseren van de Natura 2000-instandhoudingsdoelen wordt bemoeilijkt;
constaterende, dat de minister in de brief van 30 juni 2009 heeft aangegeven dat als een activiteit niet leidt tot een toename van stikstofdepositie in een Natura 2000-gebied, deze activiteit doorgang moeten kunnen vinden;
constaterende, dat de minister eveneens heeft aangegeven dat het bevoegd gezag een aanschrijvingsbevoegdheid krijgt om nadere voorwaarden aan de emissie te kunnen stellen;
overwegende, dat de benadering van de minister ertoe leidt dat handelingen die afbreuk doen aan het behalen van de instandhoudingsdoelen in feite worden gelegaliseerd;
overwegende, dat het zeer de vraag is of deze benadering juridisch houdbaar is;
verzoekt de regering niet over te gaan tot het op voorhand verlenen van toestemming (via vergunning of beheerplan) aan bedrijven als hun activiteiten niet leiden tot een toename van de stikstofdepositie in een Natura 2000-gebied, maar deze toestemming slechts te verlenen nadat een integraal (generiek en gebiedsgericht) beleid is vastgelegd dat ertoe leidt dat de totale ammoniakemissie en depositie in voldoende mate dalen teneinde op termijn de instandhoudingsdoelen te bereiken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dibi