Voorgesteld 8 oktober 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de belastingdruk in Nederland ongekend hoog is en dat eenieder hierin participeert;
overwegende, dat de Koning, de vermoedelijke opvolger en de Koning die afstand heeft gedaan van het koningschap en hun echtgenoten op grond van artikel 40 van de Grondwet geen loon- of inkomstenbelasting betalen over de uitkeringen die zij van het Rijk ontvangen;
overwegende, dat de Oranjes tot de rijkste koningshuizen van de wereld behoren;
van mening, dat het zeer ongewenst en niet te rechtvaardigen is dat deze leden van het Koninklijk Huis een belastingvrijstelling genieten, terwijl de rest van het werkende deel van het volk wel belasting betaalt;
verzoekt de regering een traject tot grondwetswijziging van artikel 40 te starten, waardoor de betreffende leden, bij een gelijkblijvende toelage, wel gewoon loon- en inkomstenbelasting betalen over de uitkeringen die zij van het Rijk ontvangen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Brinkman