Ingediend | 11 juli 2024 |
---|---|
Beantwoord | 1 oktober 2024 (na 82 dagen) |
Indiener | Daniëlle Jansen (NSC) |
Beantwoord door | Mona Keijzer (BBB) |
Onderwerpen | bestuur gezondheidsrisico's huisvesting organisatie en beleid parlement zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z11960.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-119.html |
Het kabinet ziet ouderen inderdaad als een van de risicogroepen voor hittestress, met name boven de 75 jaar. Dat komt omdat bij ouderen het lichaam minder controle heeft over de lichaamstemperatuur. Hun lichaam koelt daardoor minder goed af. Ook hebben ze minder snel dorst en drinken uit zichzelf vaak niet genoeg water. Ook hiermee is niet gezegd dat deze groep per definitie geen handelingsperspectief heeft om ook zelf (kleine) maatregelen te nemen.
Zie het antwoord op vraag 4.
Hier is lokaal het beste zicht op en hebben gemeenten en GGD’en een rol. Op Rijksniveau worden de volgende acties ondernomen:
Nee, er zijn geen specifieke beleidsplannen om huizen sneller aan te passen aan hittestress. Wanneer het een huurder betreft kan de huurder met de verhuurder in gesprek gaan over een oplossing.
De leden Welzijn en Joseph (beiden Nieuw Sociaal Contract) hebben vragen gesteld aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over hittestress (ingezonden 11 juli 2024); aanvullende vragen van het lid Jansen (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over «oververhitting» (ingezonden 11 juli 2024); en aanvullende vragen van het lid Hertzberger (Nieuw Sociaal Contract) over «Hittegolven» (ingezonden 12 juli 2024). De vragen kunnen niet binnen de gebruikelijke beantwoordingstermijn van drie weken worden beantwoord. Reden hiervoor is dat er nog nadere interdepartementale afstemming noodzakelijk is. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.