Ingediend | 29 mei 2024 |
---|---|
Beantwoord | 25 juni 2024 (na 27 dagen) |
Indieners | Diederik van Dijk (SGP), Chris Stoffer (SGP) |
Beantwoord door | Hanke Bruins Slot (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie religie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z09236.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-2063.html |
Ja.
Het kabinet maakt zich ernstige zorgen over deze gewelddadigheden in Sargodha, Pakistan, als gevolg van beschuldigingen van blasfemie. De Nederlandse ambassadeur in Islamabad heeft deze zorgen recentelijk overgebracht in gesprek met de Pakistaanse autoriteiten.
Vrijheid van religie en levensovertuiging is een belangrijke prioriteit in het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Nederland blijft zich zowel bilateraal als via diverse multilaterale fora inzetten voor de vrijheid van religie en levensovertuiging, zo ook in Pakistan. Tijdens de Universal Periodic Review (UPR) in 2023 – het peer review mechanisme over mensenrechten waar alle VN-landen aan kunnen deelnemen – heeft Nederland Pakistan opgeroepen om juridische en praktische maatregelen te nemen om te waarborgen dat misbruik van blasfemiewetten wordt voorkomen en religieuze intolerantie wordt geadresseerd.
De situatie ten aanzien van godsdienstvrijheid in Pakistan is al langer zorgwekkend. Er is aan de ene kant sprake van anti-Ahmadi-wetten en blasfemiewetgeving die frequent ingezet worden tegen religieuze minderheden, waaronder hindoes, christenen en sikhs. Aan de andere kant worden deze minderheden door de autoriteiten onvoldoende beschermd tegen gedwongen bekering tot de islam en groepsgeweld dat met enige regelmaat plaatsvindt als gevolg van (valse) beschuldigingen van blasfemie.
Volgens schattingen3 van maatschappelijke organisaties werden in Pakistan in 2022 ten minste 52 personen aangeklaagd voor godslastering of daaraan gerelateerde aanklachten. In 2021 werd het aantal aanklachten op 84 geschat. In 2022 zou het tenminste twee christenen, één hindoe en 49 Ahmadi’s betreffen. Het gebrek aan betrouwbare berichtgeving in de Pakistaanse media maakt het moeilijk om een exact aantal te identificeren, waardoor het werkelijke aantal waarschijnlijk hoger ligt. In 2022 werd vier keer de doodstraf opgelegd voor blasfemie. Het betrof twee moslims en twee christenen. Echter, de doodstraf voor blasfemie is nog nooit uitgevoerd.
Volgens lokale ngo’s slaagt de politie er zelden in om mensen die beschuldigd worden van blasfemie adequaat te beschermen tegen geweld. Nederland benadrukt bij de Pakistaanse autoriteiten regelmatig het belang van vrijheid van religie en het beschermen van minderheden.
Christenen zijn niet de enige religieuze minderheid die te maken hebben met blasfemiebeschuldigingen in de provincie Punjab; dit geldt ook voor hindoes en met name Ahmadi moslims.
Volgens het maatschappelijk middenveld werden er tussen 1987 en 2021 tenminste 1.949 personen in beschuldiging gesteld door de rechter van misdrijven die verband hielden met religie in Pakistan. Het betreft veelal uitspraken gedaan in lagere rechtbanken die soms, na jarenlang procederen, in hogere rechtbanken niet standhouden. Het hoogste aantal verdachten (47,6 procent) waren soennitische en sjiitische moslims, gevolgd door Ahmadi-moslims (32,9 procent), christenen (14,4 procent), hindoes (2,1 procent) en anderen met een onbekende religie (2,8 procent).
Het is niet bekend wat de precieze inzet van religieuze leiders in Sargodha tot op heden is geweest bij deze gebeurtenissen. Op landelijk niveau spreken religieuze leiders van diverse geloven zich sterk uit. De invloed van deze religieuze leiders is tot nu toe niet aan te tonen.
Er bestaan diverse maatschappelijke organisaties in Pakistan die zich sterk maken voor vrijheid van religie en levensovertuiging. Ondersteuning van deze organisaties is een prioriteit voor de inzet van de gedelegeerde middelen uit het Mensenrechtenfonds voor de Nederlandse ambassade in Islamabad. De komende jaren wil de ambassade doorgaan met het financieren van deze organisaties. Ook de EU Delegatie in Pakistan werkt nauw samen met deze maatschappelijke organisaties.
De Nederlandse ambassade in Islamabad heeft regelmatig contact met diverse religieuze leiders in Pakistan. Tijdens deze gesprekken wordt er ook gesproken over geweld tegen, en vervolging van, religieuze minderheden. Ook zij veroordelen ten zeerste de geweldsincidenten en organiseren interreligieuze fact-finding missions naar de getroffen gebieden. Daarnaast dringen zij bij de autoriteiten aan op adequaat handelen.
Het komt voor dat bij gewelddadigheden ook huizen, kerken en bezittingen beschadigd raken. Over het algemeen stellen de autoriteiten in dergelijke gevallen compensatie beschikbaar. Zo heeft in augustus 2023 een gewelddadige menigte in Jaranwala 20 christelijke kerken, bijna 100 huizen en bezittingen van christenen vernield en in brand gestoken na beschuldigingen van blasfemie door twee christelijke mannen. De Pakistaanse regering heeft destijds schadevergoeding uitgekeerd aan de getroffen families en hulp verleend bij de wederopbouw van huizen en kerken.
Bij de gewelddadigheden van 25 mei jl. in Sargodha zijn christenen aangevallen, is er een man omgekomen en in ieder geval een huis en een kleine schoenenfabriek in brand gestoken. De autoriteiten hebben naar verluidt opdracht gegeven het huis en de schoenenfabriek in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Het leed dat de familie overkomen is, wordt hiermee echter niet weggenomen.
Er spelen op dit moment diverse strafzaken voor blasfemie, met name tegen Ahmadi moslims. De Nederlandse ambassade in Islamabad probeert waar mogelijk en opportuun deze rechtszaken bij te wonen.
De Nederlandse Speciaal Gezant voor Religie en Levensovertuiging coördineert haar diplomatieke inspanningen om godsdienstvrijheid te bevorderen en vervolging van religieuze minderheden tegen te gaan nauw met de Speciaal Gezant van de EU voor de bevordering van de vrijheid van religie en levensovertuiging. Daarnaast heeft de Nederlandse Speciaal Gezant regelmatig contact met NGOs, met name Faith Based Organisations (FBOs), die zich inzetten voor godsdienstvrijheid, waaronder in Pakistan.
Nederland en de EU voeren regelmatig overleg met de Pakistaanse autoriteiten over diverse zaken aangaande mensenrechten, waaronder godsdienstvrijheid. De EU heeft met Pakistan een regulier overleg onder andere in de Sub-Group on Democracy, Governance, Rule of Law and Human Rights. Vrijheid van religie en levensovertuiging en de rechten van minderheden zijn hierbij belangrijke onderwerpen van gesprek. De Speciaal Gezant van de EU voor de bevordering van de vrijheid van religie en levensovertuiging is daarnaast voornemens om, mits de omstandigheden dit toelaten, aankomend najaar naar Pakistan af te reizen.