Ingediend | 26 maart 2024 |
---|---|
Beantwoord | 28 mei 2024 (na 63 dagen) |
Indieners | Joost Eerdmans (EénNL), Christine Teunissen (PvdD) |
Beantwoord door | Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD), Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD), Christianne van der Wal (minister zonder portefeuille landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (VVD) |
Onderwerpen | bestuur internationaal internationale samenwerking natuur en milieu organisatie en beleid parlement |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z05038.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1853.html |
Ja.
Het onderzoek van SPOTS, IUCN, Bears in Mind en ELI («het onderzoek») maakt melding van een mogelijk bestaand crimineel netwerk gebaseerd in Nederland. Ik ben dankbaar dat de onderzoekers de NVWA hebben benaderd met de door hen verzamelde informatie. Dit heeft geleid tot de start van een strafrechtelijk onderzoek en de aanhouding van een verdachte door de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de NVWA (NVWA-IOD)3. In het onderzoek wordt ook aangegeven dat dit criminele netwerk illegale goederen via andere EU-lidstaten de EU binnen smokkelt vanuit China. Het onderzoek richt zich niet op en doet geen uitspraak over de rol van Nederland in de illegale wereldhandel in TCM. Dat neemt niet weg dat de signalen uit het onderzoek alarmerend zijn en serieus genomen worden door de NVWA.
Wildlife crime en het verlies aan biodiversiteit, aantasting van dierenwelzijn en (dier)gezondheidsrisico’s die deze vorm van criminaliteit met zich meebrengt, vind ik ernstig en onacceptabel. Het mogelijke criminele netwerk wordt in het onderzoek in verband gebracht met de smokkel van pangolinschubben en tijgerbotten, die illegaal via andere EU-lidstaten de EU worden binnengebracht. Het onderzoek identificeert een vraag naar deze producten binnen de EU. Dat signaal moet EU-breed worden onderzocht. Nederland zal hier in EU Enforcement Working Group aandacht voor vragen.
Ja, dit is mondiaal een zorg en hier is aandacht voor in CITES-verband.
Ja, zie het antwoord op vraag 2. In het belang van de opsporing doet de NVWA-IOD geen uitspraken over lopende onderzoeken. Naast dit specifieke opsporingsonderzoek wordt er continue gezamenlijk toezicht gehouden en
gehandhaafd door RVO, de NVWA en de Douane en worden opsporingsonderzoeken gedaan door de politie, het OM en de NVWA. Zo houdt de Douane toezicht aan de buitengrenzen van de EU. Dit toezicht richt zich op het binnen en buiten de EU brengen van (onder meer) CITES-beschermde soorten en producten van die soorten. De Douane heeft veel expertise op het herkennen van (producten van) CITES-beschermde soorten. Zo zijn er binnen de Douanemedewerkers opgeleid tot specialist in het controleren en determineren van de aangiften en zendingen waarbij er sprake kan zijn van (producten bevattende) CITES-beschermde soorten.
In het onderzoekdocument worden negen aanbevelingen gedaan voor de Nederlandse overheid. Grotendeels zijn deze al onderdeel van de standaard werkwijze of de inzet de komende tijd van de betrokken overheidsinstanties belast met de bestrijding van wildlife crime. Hieronder zet ik dit per aanbeveling kort uiteen:
Op dit moment is er één handelaar aangehouden. De man wordt ervan verdacht TCM te verkopen waarin beschermde planten en dieren zijn verwerkt. Zie ook het antwoord op vraag 2.
In het belang van de opsporing doet de NVWA-IOD geen uitspraken over lopende onderzoeken. Zie ook het antwoord op vragen 2 en 5.
In het onderzoek wordt aangegeven dat het mogelijke criminele netwerk dat in Nederland gebaseerd is klanten heeft binnen heel Europa. Door de NVWA-IOD wordt verder onderzoek gedaan. In het belang van de opsporing doet de NVWA-IOD geen uitspraken over lopende onderzoeken. Zie ook het antwoord op vragen 2 en 5.
De aanpak van wildlife crime (illegal wildlife trade) is een proces dat continue wordt aangescherpt, waarbij altijd rekening wordt gehouden met de meest actuele ontwikkelingen en inzichten en wordt ingezet op een zo effectief mogelijke aanpak van de grootste risico’s. De gegevens met betrekking tot de handel in beschermde dier- en plantensoorten worden periodiek geanalyseerd. Vervolgens worden aan de hand van deze analyse de risico’s op illegale handel in beschermde dier- en plantensoorten in kaart gebracht. Daarna wordt door middel van een gezamenlijke interventiestrategie de handhavingsinzet bepaald om illegale handel in beschermde dier- en plantensoorten zo effectief mogelijk te bestrijden. Illegale handel in Traditionele Medicijnen (TM)4 gemaakt van beschermde soorten wordt hierin meegenomen en afgewogen tegen illegale handel in andere soorten en/of producten. Als de illegale handel in TM als groot risico voor de biodiversiteit naar voren komt uit deze analyse en indien de ernst en omvang daarom vragen, zal in de interventiestrategie aan de handhaving tegen deze handel meer prioriteit worden gegeven.
Nee, de hoeveelheid illegale handel is niet exact te kwantificeren, omdat het bij een inbeslagname kan gaan om verschillende aantallen, soorten producten en eenheden. Het aantal inbeslagnames van onder CITES beschermde dier- en plantensoorten en producten die daarvan zijn gemaakt, is terug te vinden in de reeks rapporten «An Overview of seizures of CITES-listed Wildlife in the EU» gepubliceerd door TRAFFIC5. EU breed gaat het hierbij met name om inbeslagnames van (plantaardige) medicinale producten en dit beeld komt overeen met wat er in Nederland onderschept wordt. In de TRAFFIC-publicaties worden de volgende aantallen Nederlandse inbeslagnames genoemd:
2019: 834
2020: 459
2021: 430
2022: 663
Ter illustratie, het gaat in deze vier jaar voornamelijk om inbeslagnames van producten met ingrediënten van de plant Saussurea costus (totaal 287 inbeslagnames) die in verschillende vormen of verwerkt in verschillende producten verhandeld wordt (hele worteldelen, drankjes, tabletten, etc.).
Nee, dit is niet in te schatten. Dat geldt wereldwijd en daarbij maakt Nederland onderdeel uit van de EU interne markt, waarin vrij verkeer van goederen is. De United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) heeft onlangs het derde World Wildlife Crime Report6 gepubliceerd met de nieuwste ontwikkelingen, trends en routes op basis van – ook door Nederland – gerapporteerde data. Inzichten uit dat rapport zullen ook meegenomen worden in het opstellen van de Nederlandse interventiestrategie. Zie ook het antwoord op vraag 10.
Dieren kunnen levend, dood alsook verwerkt in verschillende producten, verhandeld worden, waardoor een exacte vergelijking niet mogelijk is. Als het gaat om aantallen inbeslagnames van CITES beschermde dieren worden over het algemeen genomen vogels, reptielen en zoogdieren, of producten die van deze dieren gemaakt zijn, het meest in beslag genomen (bron EU-TWIX).
Een concreet bedrag kan moeilijk bepaald worden, omdat bij verschillende organisaties de CITES-opdracht – waarbij de handhaving CITES het tegengaan van wildlife crime betreft – onderdeel uitmaakt van een grotere opdracht in het kader van natuur, flora en fauna of de aanpak van milieucriminaliteit. Dit geeft flexibiliteit, maar is ook een blijvend aandachtspunt. Zoals aangegeven in de Kamerbrief Beleidsreactie Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021 (Kamerstuk 2234 nr. 337, 8 juli 2022) is specifieke oormerking van budgetten binnen de diverse organisaties cruciaal voor adequate wildlife crime bestrijding.
Ik kan u het volgende beeld schetsen van de inzet van de verschillende organisaties op toezicht, handhaving en opsporing7 in het kader van CITES, zoals dat door deze organisaties aan mij is meegegeven:
De Douane heeft ongeveer 34 specialisten (zogenaamde vraagbaken Flora en Fauna) opgeleid die een groot deel van de tijd besteden aan het toezicht op CITES-regelgeving. Effectief komt dit neer op ongeveer 15–20 fte. Daarnaast wordt er landelijk 3 fte ingezet op CITES-beleid, 2 fte voor CITES data-analyse bij het Douane Landelijk Tactisch Centrum en 2 fte bij het douanelaboratorium.
Het onderwerp «flora en fauna» waar CITES onderdeel van is, is ook ingebed in elke generieke controle die de Douane uitvoert. Als de controlerend ambtenaar een controle uitvoert op bijvoorbeeld reizigersbagage, kijkt deze douanemedewerker ook naar CITES beschermde soorten. Treft de douanemedewerker bij zo’n controle CITES beschermde soorten aan, dan schakelt hij/zij een vraagbaak Flora en Fauna in. Deze vraagbaak neemt de determinatie van de soort en de verdere afwikkeling van de zaak voor zijn/haar rekening.
Bij RVO is de CITES bestuursrechtelijke handhaving belegd en de inbewaring-/inbeslagnname van goederen of specimen. De inzet hierop is als volgt:
Binnen NVWA is het domein Natuur (inspectie en expertise) en de IOD actief op CITES. Het Domein Natuur heeft ongeveer 38 fte beschikbaar voor de bestrijding van wildlife crime, tezamen met de onderwerpen invasieve exoten, EU houtverordening en het Nagoya protocol. Voor de NVWA-IOD geldt dat de capaciteit niet gelabeld is en de inzet op CITES onderdeel uitmaakt van de aanpak van milieucriminaliteit.
Voor het OM geldt dat het Functioneel Parket als specialistisch onderdeel zich richt op de bestrijding van fraude, milieucriminaliteit en criminele geldstromen, waaronder CITES. Er is daarbij geen specifiek gelabelde capaciteit voor CITES. De medewerkers werkzaam binnen het domein milieu kunnen allen in beginsel met dergelijke zaken belast worden.
Bij de politie is de aanpak van CITES gerelateerde overtredingen en misdrijven onderdeel van de politiemilieutaak. De politie geeft aan dat het inrichtingskader voor deze taak op dit moment 406 fte opsporingscapaciteit (intelligence, tactische opsporing en expertise) omvat en gemiddeld 2 milieuagenten per basisteam (334 fte) die zich tenminste 75% van hun inzetbare tijd met de politiemilieutaak bezighouden. Naar aanleiding van de aanbevelingen in een drietal rapporten8 voert het korps sinds 2023 een strategie uit om de bezetting van deze capaciteit zo snel mogelijk in overeenstemming te brengen met die formatie. Per onderzoek wordt beoordeeld welke specifieke competenties nodig zijn voor een doelmatige opsporing en wordt op basis hiervan een onderzoeksteam samengesteld uit 1 een of meerdere uitvoeringsorganisaties in deze Landelijke Milieukamer.
Nee, dit is niet aan te geven. Zie ook mijn antwoord op vraag 14.
Zie het antwoord op vraag 6 bij aanbeveling 1.
Zie het antwoord op vraag 10.
Ik kan bevestigen dat legale en illegale producten in een deel van de gevallen samen vervoerd worden. De moeilijkheid om legale van illegale producten te onderscheiden hangt van verschillende factoren af en is variërend. Het samen vervoeren is een dergelijke factor. De expertise van de medewerkers van politie, douane en NVWA is daarbij van groot belang en het op peil houden van die expertise is een continu proces, evenals de eventuele inzet van nieuwe methoden en technieken. Zie verder ook het antwoord op vraag 9 van de beantwoording van vragen van de leden Van Esch en Wassenberg (5 september 2023, kenmerk 2023Z11324).
De EU tracht een betere samenwerking met China en andere relevante landen te bewerkstelligen om illegale handel in beschermde soorten te bestrijden. Nederland steunt dit initiatief.
Bij mij zijn publicaties bekend waarin wordt gesteld dat de Chinese overheid inzet op verspreiding van TCM via de Nieuwe Zijderoute en dat een toename van de illegale handel wordt verwacht. Zie verder het antwoord op vraag 19.
Zoals reeds benoemd in de beantwoording van vragen van het lid Van Esch en Wassenberg (22 januari 2024, kenmerk 2023Z19482), heeft de WHO een doorlopende strategie op traditionele medicijnen, de WHO Traditional Medicine Strategy 2014–2023 (die is verlengd tot 2025). In deze strategie van de WHO wordt onder andere genoemd de natuurlijke hulpbronnen voor traditionele medicijnen te beschermen en te conserveren. Tijdens de 78ste Wolrd Health Assembly-vergadering in 2025 zal een ontwerp voor een nieuwe strategie voor de periode 2025–2034 worden voorgelegd. De WHO benadrukt dat tijdens de ontwikkeling van de WHO traditional Medicine Strategy 2025–2034 er op wordt toegezien dat de CITES-regels omtrent internationale handel in bedreigde dier- en plantsoorten worden gewaarborgd.
Zoals aangegeven in de beantwoording van vragen van het lid Van Esch (5 april 2023, kenmerk 2023Z04413), Van Esch en Wassenberg (5 september 2023, kenmerk 2023Z11324) en Van Esch en Wassenberg (22 januari 2024, kenmerk 2023Z19482), onderschrijft Nederland als handelsland een verantwoordelijkheid te hebben in het kader van de aanpak van illegale handel in bedreigde dier- en plantsoorten en zal Nederland waar opportuun het belang van de volksgezondheid, de dier- en plantgezondheid en bescherming van de biodiversiteit in internationale gremia blijven benadrukken.
De schriftelijke vragen van de leden Eerdmans (JA21) en Teunissen (PvdD) aan de Ministers voor Natuur en Stikstof, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid over het artikel «Nederland vormt belangrijke spil in illegale handel bedreigde diersoorten» (kenmerk 2024Z05038) van 26 maart 2024, kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De beantwoording vergt interdepartementale afstemming en afstemming met betrokken overheidspartners. Ik zal u de antwoorden mede namens de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid zo spoedig mogelijk toesturen.