Ingediend | 7 juli 2023 |
---|---|
Beantwoord | 9 augustus 2023 (na 33 dagen) |
Indiener | Laurens Dassen (Volt) |
Beantwoord door | Eric van der Burg (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | europese zaken immigratie internationaal migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z13484.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3340.html |
Het doel van de Dublinverordening is om te komen tot snelle vaststelling van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming. Het kabinet streeft ernaar om wanneer die verantwoordelijkheid is vastgesteld, personen ook zo snel mogelijk over te dragen aan de verantwoordelijke lidstaat. Dit geldt eveneens voor personen die onder de Dublinverordening worden overgedragen aan Italië. De keuze om de volledige overdrachtstermijn af te wachten, volgt uit het feit dat de Italiaanse autoriteiten aangeven dat het gaat om een tijdelijke opschorting. Wanneer de uiterste overdrachtstermijn is verstreken, wordt de persoon alsnog opgenomen in de nationale asielprocedure.
In de gevallen waar de uiterste overdrachtstermijn (UOD) van zes maanden is verstreken, worden deze in de nationale procedure opgenomen. Als registratiedatum voor de asielaanvraag geldt de datum waarop het verzoek om internationale bescherming in Nederland is ingediend. Voor deze zaken geldt evenwel dat de beslistermijnen ingevolge artikel 42, zesde lid, van de Vreemdelingenwet, eerst aanvangt nadat is vastgesteld dat Nederland verantwoordelijk is voor de behandeling van het verzoek. Dat is ook als zodanig in artikel 31 van de Procedurerichtlijn bepaald.
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 1.
Zie in de tabel hieronder het aantal zaken waarin is vastgesteld dat Italië de verantwoordelijke lidstaat is (omdat een claimakkoord is ontvangen) en waarvan de overdrachtstermijn nog niet is verstreken. Het betreft afgerond in totaal 1910 zaken, waarvan 820 zaken in 2023. Voor de zaken van vóór 2023 zal het gaan om zaken met een verlenging of opschorting van de overdrachtstermijn bijvoorbeeld vanwege de situatie dat de personen in kwestie met onbekende bestemming zijn vertrokken. In die gevallen wordt de duur tot aan het moment van aflopen van de overdrachtstermijn dus langer dan zes maanden, zoals volgt uit de Dublin wetgeving. Van het totaal aantal zaken van 1910 zijn er 390 als met onbekende bestemming vertrokken, geregistreerd.
Afwachten overdracht MOB
<10
50
320
20
390
#N/B
<10
20
700
800
1520
Ik ben vooralsnog van plan de uiterste overdrachtstermijn in deze zaken af te wachten, omdat uit informatie van de Italiaanse autoriteiten blijkt dat sprake is van een tijdelijke situatie. Wel wordt momenteel een verkenning gedaan voor wat betreft het versneld afdoen (in spoor 2) van asielverzoeken van personen afkomstig uit veilige landen van herkomst en Dublinclaimanten. Hierover wordt de Kamer schriftelijk geïnformeerd, zoals door mij is toegezegd tijdens het Commissiedebat vreemdelingen- en asielbeleid van 28 juni jl.
Het is niet onaannemelijk dat ook in de aankomende periode verzoeken tot internationale bescherming worden ingediend in Nederland door vreemdelingen voor wie geldt dat Italië in beginsel de verantwoordelijke lidstaat is om hun verzoek in behandeling te nemen. Het valt evenwel niet te voorspellen om welke aantallen het gaat. Verder verwijs ik u naar het antwoord op vraag 4.
Nederland mag in beginsel uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, en daarmee dat een andere lidstaat zijn internationale verplichtingen nakomt, in het bijzonder de mensenrechten volgend uit het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) en het Europees Handvest van de Grondrechten (het Handvest). Indien de situatie in de verantwoordelijke lidstaat (bijvoorbeeld t.a.v. de asielopvang) dusdanig is dat er structurele tekortkomingen zijn die de bijzonder hoge drempel van zwaarwegendheid halen, dan kunnen vreemdelingen niet meer op grond van de Dublinverordening aan dat land worden overgedragen.
Er wordt om de redenen die u noemt op dit moment tijdelijk niet overgedragen aan Italië.
Het is aan de Europese Commissie als hoedster van de verdragen om toe te zien op de naleving van het EU-acquis, dat geldt ook voor de naleving van de Opvangrichtlijn. Nederland mag in beginsel uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel (zie ook mijn antwoord op vraag 6). Voorts wordt uitgegaan van de informatie die de Italiaanse autoriteiten hebben geboden.
De Italiaanse autoriteiten hebben aangegeven dat het gaat om een tijdelijke situatie. Op het moment dat er voldoende aanleiding is aan te nemen dat de asielopvangsituatie in Italië weer afdoende is voor terugkerende Dublinclaimanten, zullen zij weer worden overgedragen aan Italië.
Via het geldend EU-acquis committeren alle lidstaten zich aan een werkend Dublin-systeem en aan het bieden van opvang die voldoet aan de vereisten in internationaal recht. Er mag dus worden verwacht van lidstaten dat zij hiertoe alles in het werk stellen, desnoods met hulp van agentschappen van de Europese Unie. Het Dublin-systeem werkt alleen als lidstaten ook daadwerkelijk de verantwoordelijkheid nemen voor de asielzoekers wiens asielverzoek zij moeten behandelen, en niet als zij eenzijdig bepalen om geen overdrachten en dus verantwoordelijkheid te accepteren.
Ja.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Dassen (Volt), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de brief van de Staatssecretaris over Italiaanse Dublinzaken van 23 mei 2023 (ingezonden 7 juli 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.