Ingediend | 21 juni 2023 |
---|---|
Beantwoord | 26 september 2023 (na 97 dagen) |
Indiener | Caroline van der Plas (BBB) |
Beantwoord door | Piet Adema (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | bodem natuur en milieu stoffen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z11490.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-65.html |
Het klopt dat impregneermiddel giftige eigenschappen kan hebben. Ze zijn dan ook niet bedoeld om te worden geconsumeerd door mens en dier. Omdat een impregneermiddel giftige eigenschappen kan hebben, hebben we in de EU een systeem opgezet om biociden (waar sommige impregneermiddelen onder vallen) en de daarin aanwezige actieve stoffen te beoordelen. Dit systeem wordt hieronder verder uitgelegd.
Er zijn verschillende soorten impregneermiddelen op de markt, afhankelijk van de reden om het hout te impregneren. Hout kan bijvoorbeeld worden geïmpregneerd ten behoeve van brandvertraging, om het waterdicht te maken, of om de levensduur te verlengen. Alleen in het laatste geval gaat het om het gebruik van een biocide of om «voorwerpen die zijn behandeld met een biocide» (behandeld voorwerp) in dit geval de planten- en moestuinbakken.
Voor biociden die in de EU op de markt worden gebracht om de levensduur van hout te verlengen, geldt dat de betreffende EU verordening twee stappen vereist voor gebruik is toegestaan. Allereerst moet(en) de werkzame stof(fen) op Europees niveau worden beoordeeld. Vervolgens worden de biocide middelen (actieve stof(fen) met hulpstoffen) beoordeeld voor de toepassingen waar de toelating voor wordt aangevraagd. In Nederland wordt deze toetsing uitgevoerd door het College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Indien de toelating is aangevraagd en verleend voor bijvoorbeeld het impregneren van schuttinghout, dan mag dit hout niet worden gebruikt om kweekbakken van te maken.
Behandelde voorwerpen (kant en klare moestuin- en plantenbakken) mogen alleen op de markt worden gebracht als deze zijn geïmpregneerd met in Europa goedgekeurde werkzame stoffen.
Veel van de door het Ctgb toegelaten houtconserveringsmiddelen bevatten een specifieke waarschuwing op het etiket, bijvoorbeeld dat een middel niet geschikt is om te worden gebruikt op hout dat rechtstreeks in contact kan komen met voedsel (bijvoorbeeld fruitkisten of houten snijplanken), diervoeder en dieren.
Nee dat is mij niet bekend.
De chemische stoffen uit geïmpregneerd hout kunnen in bepaalde mate vanuit het hout aan de grond worden afgegeven. Voor impregneermiddelen die worden gebruikt voor schuttinghout wordt bijvoorbeeld gekeken naar uitloging naar de grond en naar het effect op het bodemleven en de waterkwaliteit. De middelen worden toegelaten als deze onder andere op deze aspecten als veilig zijn beoordeeld. Of en in welke mate de stoffen uit de grond vervolgens in voedselgewassen worden opgenomen, is mij niet bekend.
Noch het RIVM, noch de NVWA kent onderzoek waarin de mate van overdracht van stoffen uit geïmpregneerd hout naar gewassen in kaart is gebracht.
Bij mij is geen onderzoek bekend waarin is gekeken naar (het risico) op gezondheidsproblemen als gevolg van geïmpregneerde moestuinbakken.
Ja, ik ben bereid om het RIVM te vragen een verkennend onderzoek uit te voeren naar wat er in de internationale literatuur bekend is over de overdracht van stoffen uit geïmpregneerde moestuinbakken via de grond naar planten en naar (het risico op) gezondheidseffecten.
Mocht het onderzoek van het RIVM wijzen op onaanvaardbare risico’s voor mens of dier dan moeten uiteraard maatregelen worden genomen.
Op 21 juni 2023 zijn de Kamervragen van het Lid Van der Plas (BBB) ontvangen over impregneermiddelen die gebruikt worden in moestuin- en plantenbakken. Vanwege de benodigde afstemming met, en het vergaren van informatie bij veel partijen zoals de Ministeries van VWS en LNV, het Ctgb, het RIVM en de NVWA blijkt het niet haalbaar de beantwoording binnen de daartoe gestelde termijn te realiseren. Wij zullen u de antwoorden op de Kamervragen zo spoedig mogelijk na het zomerreces doen toekomen.