Ingediend | 28 maart 2023 |
---|---|
Beantwoord | 9 mei 2023 (na 42 dagen) |
Indieners | Chris Stoffer (SGP), Kees van der Staaij (SGP) |
Beantwoord door | Eric van der Burg (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Karien van Gennip (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (CDA), Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z05343.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2525.html |
Ja, ik ben er mee bekend dat er meerdere imams vanuit Marokko naar Nederland zijn gekomen. Sinds 1992 stuurt Marokko via de Fondation Hassan II, een stichting voor in het buitenland wonende Marokkanen, ter gelegenheid van de Ramadan predikers en imams naar andere landen, om hen van religieuze diensten te voorzien tijdens de vastenmaand.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
De insteek van de komst van de imams is het bieden van religieuze ondersteuning aan de Marokkaanse diaspora tijdens de Ramadan. Dit valt binnen geaccepteerd diasporabeleid en binnen de vrijheid van religie.
Er is op dit moment geen aanleiding om op te treden of de visumaanvraag van de imams te weigeren.
In gevallen waar er volgens het Kabinet wel sprake is van ongewenste buitenlandse inmenging, bijvoorbeeld doordat er ongewenste of onverdraagzame boodschappen worden uitgedragen, kan het kabinet maatregelen treffen volgens de aanpak tegen ongewenste buitenlandse inmenging (de zogenoemde OBI-aanpak), die sinds 2018 van kracht is en waarover uw Kamer reeds eerder is geïnformeerd.4
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Ja, daar is Nederland over geïnformeerd door de Marokkaanse autoriteiten en de door u genoemde Fondation Hassan II. De betreffende geestelijken hebben een Schengen visum ontvangen voor deze periode. Dit zijn reguliere activiteiten, binnen het toegestane diasporabeleid en de vrijheid van religie. Indien er volgens het kabinet sprake blijkt van ongewenste buitenlandse inmenging, zal het kabinet daartegen optreden volgens de hierboven genoemde OBI-aanpak.
Iedere individuele visumaanvraag wordt op eigen merites beoordeeld en getoetst aan de voorwaarden uit de Schengen visumcode. De visumcode schrijft voor aan welke voorwaarden een aanvraag moet voldoen en welke bewijsstukken daarbij moeten worden aangeleverd. Ook schrijft de visumcode voor op welke aspecten en risico’s de aanvraag gecontroleerd moet worden. Het gaat onder andere om een toetsing op het risico van illegale migratie en toetsing op het doel en de voorwaarden van het voorgenomen verblijf. Ook wordt gecontroleerd of de aanvrager gesignaleerd staat in het Schengeninformatiesyteem (SIS), met het oog op weigering van toegang, en wordt getoetst of de aanvrager al dan niet beschouwd wordt als een bedreiging van de openbare orde, de binnenlandse veiligheid, de volksgezondheid of de internationale betrekkingen van een van de lidstaten. Dat betekent dat bij alle visumaanvragen getoetst wordt op het doel van de komst naar Nederland en op de veiligheidsaspecten van de aanvraag. Als er in het visumproces vermoedens bestaan dat een aanvrager mogelijk een veiligheidsrisico vormt, betrekt het Ministerie van Buitenlandse Zaken de gerechtigde instanties om dat te controleren. Deze instanties kunnen het Ministerie van Buitenlandse Zaken ook informeren als zij oordelen dat een individu een nationale dreiging vormt. Dat is in dit geval niet aan de orde.
Zoals aangegeven in vraag 4 t/m 6 valt de komst van de imams onder toegestaan diasporabeleid en onder vrijheid van religie. Ik zie dan ook geen reden om op dit moment hier specifiek over met Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) in gesprek te gaan.
Het klopt niet dat Frankrijk Marokkaanse imams niet meer toelaat. Marokko stuurt via de Fondation Hassan II, ter gelegenheid van de Ramadan, ook predikers en imams naar Frankrijk. Het gaat om 50–60 imams per jaar. Hoewel sommige sociale media berichten dat Frankrijk de imams heeft belet in te reizen, is dit onjuist. De Franse ambassade verklaart dat alle imams die een visum hebben aangevraagd deze hebben ontvangen.
Nederland voert grenscontroles uit conform het Schengenacquis. Visumplichtige derdelanders dienen, naast dat ze in het bezit moeten zijn van een visum, ook te voldoen aan toegangsvoorwaarden. Bij visumverlening en bij het passeren van de grens, wordt getoetst of vreemdelingen aan deze voorwaarden voldoen. Aan vreemdelingen die niet voldoen aan de toegangsvoorwaarden, bijvoorbeeld in geval zij een gevaar vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid, kan de toegang geweigerd worden. Visumplichtige predikers van wie bekend is dat zij oproepen tot haat of geweld worden geweerd door een visum te weigeren. Ten aanzien van de Marokkaanse imams die Nederland bezoeken, heb ik in beginsel geen redenen om hen de toegang tot Nederland te weigeren.
De Taskforce Problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse financiering (hierna Taskforce) is een samenwerking tussen de Ministeries van SZW, BZK inclusief AIVD, JenV inclusief NCTV, BZ, OCW, de nationale politie en gemeenten. De Taskforce heeft zich de afgelopen jaren ingezet om kennis en handelingsperspectieven voor gemeenten te ontwikkelen. Primaire focus was problematisch gedrag en de rol van buitenlandse financiering daarbij vanuit delen van het salafistisch spectrum. Er zijn momenteel echter breder in de samenleving zorgwekkende ontwikkelingen zichtbaar die een dreiging vormen voor de democratische rechtsorde, zoals verscherpte polarisatie, extreme de-legitimering van democratische instituties en escalatie van maatschappelijke onrust. Gemeenten die samenwerken met de Taskforce geven aan vooral behoefte te hebben aan kennisontwikkeling en advies op deze nieuwe fenomenen die een dreiging kunnen vormen voor de democratische rechtsorde. De partners in de Taskforce zetten zich in om, binnen de juridische kaders, te bouwen aan een Taskforce die inspeelt op deze veranderingen in de samenleving De motie-Bisschop inzake het uitbreiden van bevoegdheden wordt in deze heroriëntatie van de Taskforce meegenomen. Het streven is om uw Kamer hierover in het najaar te informeren.
Zie antwoord vraag 12.
De samenwerking tussen rijkspartners en gemeenten in de Taskforce is katalyserend geweest voor ontwikkelingen en interventies in de afgelopen jaren. Er is een beleidsdefinitie van ‘problematisch gedrag’ ontwikkeld, er zijn diverse instrumenten ontwikkeld om vast te stellen of sprake is van problematisch gedrag en handelingsopties te identificeren, en er is een training ontwikkeld voor gemeenten. Bij de start van de Taskforce is een maandelijkse klankbordgroep met vijfentwintig gemeenten ingericht om kennisdeling tussen Rijk en gemeenten te stimuleren. Tot april 2021 heeft de Taskforce gemeenten ook ondersteund bij vragen over lokale casuïstiek. Deze werkzaamheden zijn echter beëindigd, aangezien het merendeel van de partners in de Taskforce geen juridische grondslag heeft voor de verwerking van persoonsgegevens. Op dit moment richten de deelnemers in de Taskforce zich gezamenlijk op de herijking van de Taskforce, zoals beschreven in vraag 12 en 13.
Daarnaast werken de samenwerkingspartners binnen hun eigen beleidsverantwoordelijkheid aan maatschappelijke opgaven die samenhangen met het bestrijden van problematisch gedrag, wat daarmee ten goede komt aan de weerbaarheid van de democratische rechtsorde. Onderstaand volgen enkele voorbeelden.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt samen met gemeenten aan de aanpak van het omgaan met maatschappelijk ongenoegen en onrust en het tegengaan van desinformatie. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap werkt aan een wettelijke norm die toezicht op de excessen van anti-integratieve, antidemocratische en antirechtstatelijke activiteiten bij informele scholing mogelijk maakt.
Helaas is het niet gelukt om de antwoorden voor het commissiedebat Inburgering en Integratie op 13 april 2023 te verzenden, maar u ontvangt de antwoorden binnen de gestelde termijn van 3 weken.