Ingediend | 14 december 2022 |
---|---|
Beantwoord | 24 januari 2023 (na 41 dagen) |
Indieners | Lucille Werner (CDA), Harry van der Molen (CDA) |
Beantwoord door | Gunay Uslu (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | cultuur cultuur en recreatie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z25130.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1343.html |
Ja
Ja
De reden om de monumentenstatus van De Mearmin te laten vervallen is het feit dat de eigenaar de molen heeft verplaatst naar een museale omgeving. Het verplaatsen van monumenten met behoud van de monumentenstatus is op zich niet onmogelijk, maar de nieuwe locatie hoort dan in landschappelijk of stedenbouwkundig opzicht functioneel en cultuurhistorisch vergelijkbaar te zijn met de oorspronkelijke situering. Bij een (buiten)museum is dit in beginsel niet het geval. Monumenten die naar een (buiten)museum worden verplaatst verliezen dan ook hun status als rijksmonument. Dit beleid is laatstelijk herbevestigd in het RCE-document Uitgangspunten en overwegingen gebouwde en groene rijksmonumenten van 1 februari 2019 (te raadplegen op de website van de RCE).
Met het geschetste beleid wordt ook uitvoering gegeven aan artikel 5 van het Verdrag inzake het behoud van het architectonische erfgoed van Europa (Verdrag van Granada, 1985).
Ja, met dien verstande dat de RCE – in overeenstemming met de beleidsmatige uitgangspunten – negatief heeft geadviseerd over de verplaatsing van de molen. Daarbij heeft de RCE ook in een vroegtijdig stadium aangegeven wat de gevolgen van verplaatsing naar De Sûkerei kunnen zijn voor de status als rijksmonument.
De RCE heeft subsidie verleend voor de restauratie en het onderhoud van De Mearmin, niet voor verplaatsing.
Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 3.
Door verplaatsing is de molen niet meer in de historische omgeving aanwezig. Ook is er geen sprake van een vergelijkbare situering.
Het verlies van de status als rijksmonument betekent dat de eigenaar niet langer een beroep kan doen op subsidieregelingen voor rijksmonumenten, zoals de Subsidieregeling Instandhouding Monumenten.
Het is zeker passend om waardering uit te spreken voor de activiteiten van Stichting «De Sûkerei», om met vele vrijwilligers het verleden van de noordelijke Friese wouden beleefbaar te maken. Getuige het negatieve advies over de verplaatsing van De Mearmin naar De Sûkerei had de RCE liever een andere oplossing voor de toekomst van deze molen gezien.
Het beleid is zeker gericht op de ondersteuning van eigenaren van monumenten. Het monumentenbeleid is echter niet gericht op ondersteuning van de exploitatie van (buiten)musea.
Zoals voor heel veel monumenten geldt ook voor molens dat zij kwetsbaar zijn als er geen goede instandhouding plaatsvindt. Dat molens een van de bijzondere categorieën in ons monumentenbestand zijn, blijkt uit de constante en ruime aandacht die maatschappij en overheid aan dit erfgoed geven. Nog afgelopen jaar heb ik vanuit de regeerakkoordmiddelen een storting gedaan in het Molenfonds waarmee eigenaren worden ondersteund.2 Daarnaast is de systematiek van de Subsidieregeling Instandhouding Monumenten (SIM) zodanig dat zij in de praktijk vrijwel verzekerd zijn van toekenning van instandhoudingssubsidie.
Onderdeel van mijn beleid vormt ook de subsidiëring van de opleiding en examinering van (vrijwillig) molenaars. Dit zorgt voor (aanwas van) bekwame molenaars die met voldoende kennis dit kwetsbare type monumenten kunnen bedienen en onderhouden. Het bijschrijven van het ambacht van molenaar op de Unesco representatieve lijst van immaterieel erfgoed draagt hier ook aan bij.
Vanuit de RCE wordt de instandhouding van molens verder ondersteund door kennisdeling en door advies bij restauratie, onderhoud en andere ingrepen.
Het is reeds lange tijd gebruikelijk dat daar waar panden worden verplaatst naar een museum deze hun monumentale status verliezen of niet worden aangewezen. Deze handelwijze is voor het laatst herbevestigd in 2019 als onderdeel van het RCE-document Uitgangspunten en overwegingen gebouwde en groene rijksmonumenten van 1 februari 2019. Dit document is niet actief met uw Kamer gedeeld. Het uitwerken van dergelijke uitgangspunten hoort tot de taken van de RCE in de uitvoering van het erfgoedbeleid.
Ik heb geen overzicht van het aantal rijksmonumenten dat in het verleden is verplaatst naar buitenmusea en waarvan de status is vervallen. Verplaatsing komt niet veel voor en is meestal (mede) ingegeven door het feit dat het monument niet te handhaven is op de oorspronkelijke plaats. Een bekend voorbeeld is de monumentale boerderij van voormalig Staatssecretaris Van Leeuwen te Hoogmade, die moest wijken voor de Hogesnelheidslijn. Deze boerderij is in 2002 verplaatst naar het Openluchtmuseum Arnhem, waarbij de monumentenstatus is komen te vervallen.
De RCE heeft op dit moment geen weet van voorgenomen verplaatsingen van rijksmonumenten naar buitenmusea. Er zijn dus ook geen plannen tot het – met die reden – laten vervallen van de monumentenstatus.