Ingediend | 11 oktober 2022 |
---|---|
Beantwoord | 8 november 2022 (na 28 dagen) |
Indieners | Suzanne Kröger (GL), Kati Piri (PvdA) |
Beantwoord door | Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA), Eric van der Burg (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie tijdelijk verblijf |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z19120.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-671.html |
Ja.
Het klopt dat er reisdocumenten zijn verstrekt aan personen ten behoeve van terugkeer naar Marokko.
Nederland zet in op een brede relatie met Marokko. De relatie tussen Nederland en Marokko is constructief, van beide kanten is een duidelijke inzet om voortgang te boeken op verschillende thema’s. Dat geldt ook op het terrein van migratie. De voortgang op dit thema is deels te danken aan een intensivering van politieke contactmomenten, evenals het gemengde comité dat speciaal voor de migratie-samenwerking is opgezet.
Ik heb kennis genomen van de conclusies van de NRC over de Nederlandse inzet t.a.v. Marokko, maar herken me daar niet in. Er zijn geen afspraken gemaakt dat Nederland niet langer openbaar kritiek uit ten aanzien van mensenrechten. Het kabinet zet in op een strategie van constructief engagement met Marokko op basis van een open dialoog en transparantie. Daarbij is over de hele breedte geïnvesteerd in de betrekkingen met Marokko. NL en Marokko zijn in 2021 op ambtelijk niveau een actieplan overeengekomen. Hierin zijn op hoofdlijnen afspraken gemaakt over verschillende onderwerpen die voor NL van belang zijn. Bijvoorbeeld migratie. Maar ook politie, justitie en economische samenwerking. Eveneens is afgesproken frequent contact te onderhouden op alle niveaus, waarbij in de dialoog alle onderwerpen, inclusief mensenrechten, besproken worden.
Ik ben bekend met het rapport. Nederland heeft bijzondere aandacht voor de vrijheid van media en de positie van journalisten wereldwijd. Dat geldt ook in Marokko. Nederland blijft hierover in dialoog met de Marokkaanse autoriteiten.
Ja. Nederland zet actief in op de bevordering – en daardoor de naleving en handhaving – van de internationale rechtsorde, waarvan mensenrechten een integraal onderdeel vormen. Aangezien elke situatie verschillend is, wordt er geen uniforme aanpak gehanteerd om mensenrechtenschendingen aan te kaarten. Nederland weegt daarom per geval wat de meest effectieve wijze is om mensenrechten te bespreken in Marokko.
In beantwoording van Kamervragen n.a.v. de Kamerbrief over de brede relatie met Marokko (Kamerstuk 35 925-V), heb ik vragen hierover beantwoord.
Zoals reeds aan uw Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 35 925), heeft Nederland de Marokkaanse autoriteiten meermaals te kennen gegeven dat Nederland zich niet herkent in de spionage aanklacht. Ik heb daarbij ook aangegeven dat het kabinet de veroordeling op basis van de spionage aanklacht teleurstellend vindt.
Ik herken mij niet in deze aanname. Nederland en Marokko hebben een open en gelijkwaardige dialoog. In deze dialoog kunnen alle onderwerpen worden besproken, ook mensenrechten. Nederland weegt per geval wat de meest effectieve wijze is om mensenrechten casussen te bespreken. Zie ook het antwoord op vraag 4.
N.a.v. het actieplan zijn op ambtelijk niveau gesprekken gestart om de mogelijkheid van een uitleveringsverdrag te verkennen. Zowel Nederland als Marokko hebben baat bij goede samenwerking op het gebied van rechtshulp, justitiële samenwerking en ook uitlevering.
Het kabinet deelt de visie niet dat met het verkennen van de mogelijkheden tot een uitleveringsverdrag – met welk land dan ook – een juridisch keurmerk wordt gegeven aan de rechtsstaat van een betreffend land.
Zie het antwoord op vraag 10.
De genoemde signalen van de Marokkaanse Nederlanders zijn mij bekend. Voor het kabinet staat de bescherming van de rechten van iedere Nederlander voorop. Het bestaande wettelijk kader rondom uitlevering bevat daarvoor voldoende waarborgen.
In een eventueel bilateraal verdrag kunnen uitleveringen enkel plaatsvinden in gevallen waarin geen sprake is van (toekomstige) mensenrechtenschendingen. Ieder uitleveringsverzoek wordt zowel door de rechter als door de Minister van Justitie en Veiligheid getoetst aan de hand van de Uitleveringswet en een toepasselijk verdrag. Daarbij wordt onder meer gekeken of er sprake is van dubbele strafbaarheid en of de uitvoering zou kunnen leiden tot een schending van de fundamentele rechten van de betrokkenen.
Volgens de Uitleveringswet dient een uitleveringsverzoek te worden afgewezen als een gegrond vermoeden bestaat, dat bij inwilliging van het verzoek de opgeëiste persoon zal worden vervolgd, gestraft of op andere wijze getroffen in verband met zijn godsdienstige, levensbeschouwelijke of politieke overtuiging, zijn nationaliteit, zijn ras of de groep van de bevolking waartoe hij behoort (artikel4. Dit artikel geldt onverminderd als er sprake is van een bilateraal uitleveringsverdrag.
Zie antwoord vraag 12.
De Kamer is via een Kamerbrief op 14 december jl. (35 925-V, nr. 61) geïnformeerd over de afspraken die gemaakt zijn in het actieplan. Het actieplan is een middel om de samenwerking te versterken. Ik blijf de Kamer informeren over de voortgang die we maken op de afspraken uit het actieplan en breder in de relatie.